tyd is 't ydel kiezen, omdat ik me toch niet roeren kan. Als Vorstenschool gespeeld werd, wou ik 't graag zien. (De Natie zal dien wensch heel onbescheiden vinden!) Ik verneem dat men den 30sten (gister dus) te Deventer de tweede acte zou opvoeren. Dat is de rederykerskamer Demosthenes. (Wat 'n naam voor 'n reciteerclubje!) Nu, Demosthenes heeft me geen kennis gegeven. Ik vernam 't van Schook en Funke. Van opvoering elders hoor ik niets. Zouden de troepen te Amsterdam en den Haag er politiek bezwaar in zien? Dat is wel mogelyk! Wat 'n verdrietig arbeiden in zoo'n land.
't Zal me benieuwen wat Huet uitvoert met z'n nieuw blad. In eene annonce in 't Nieuws noemt hy zich ‘eigenaar en redacteur’. Ik zou 't wel willen lezen, maar fl. 40 kan ik er niet voor offeren.
En Feringa!
1 Januari 1873.
Daar bleef ik gister steken. Ik zit waarlyk met hem in den brand, zoowel wat z'n schryvery aangaat, als ten opzichte van z'n stryd met u. Daarby komt m'n algemeene stemming. Al dat gewurm met letters, frazen en ideën hangt me de keel uit! Ik kan dien gemoedstoestand niet goed beschryven. De Girardinsche uitdrukking: ‘spreken en schryven baat niet’ is onjuist. Dit weet ik wel. Maar wát er dan eigenlyk aan mankeert kan ik niet helder krygen. Een uitwegje is: nu ja, 't baat niet oogenblikkelyk, maar (misschien!) later! Ook dit is niet uitgemaakt. Soms ook blykt er dat schryven wél terstond invloed heeft. Soms! Ik - schryver, godbetert! - moest weten: wanneer! En hoe! Elk ander industrieel schynt te weten wat, wanneer en hoe hy z'n waar moet leveren. Dat hoort by 't vak! Daar ik dit niet weet, blykt er dat ik m'n vak niet versta. Dit maakt moedeloos.
Zou men byv. niet meenen dat uw beide stukken in den Telegraaf aanleiding hadden moeten geven tot repliek? Tot wryving? Niets daarvan. Nog eens, indien ge de zaak voortzet, en (ik wou het!) daarover gekapitteld wordt, endosseer dan uw dupliek s.v.p. op my. Ik zou er pleizier in hebben. Ik wou dat de NRC. u erg uitschold. Zóó, meen ik, dat hy een zeer bar antwoord wettigde. Dan heb ik 'n goede gelegenheid om u eens flink te verdedigen. Ik wou u dan behandelen als type tegenover type. Gy partytrekkende voor recht, de ander levende van onrecht. Gy: gebannen, outlaw, hy: polemiseerend, litterariseerend, kritiseerend met byhang van dividend.
Maar... ook dát zou weer smoren in den modder!