Welnu, voor 6, 7 maanden dacht ik, hoopte ik, dat dit het geval wezen zou. In stede daarvan, is my alles allertreurigst tegen geloopen. Myne vrouw en kinderen hebben uit nood den Haag moeten verlaten, en ik zwierf rond, zeer dikwyls hongerend. Sedert eenigen tyd weet ik nooit twee dagen vooruit, hoe ik in 't leven blyf.
Een zeer zonderlinge zamenloop van omstandigheden (de oorlog komt er ook by) is daarvan de oorzaak, zóó zonderling dat ik 't zelfde regt heb aan een duivel te gelooven, als anderen aan een god. ‘Zie eens hoe schoon de Heer alles ten beste schikt’ zeggen zij. En ik: zie eens hoe 'r een Satan is, die alle plannen doet mislukken.’
Nog eens, voor 6, 7 maanden had ik allen grond hoop te koesteren op herstel, en gy zoudt er in gedeeld hebben. Ja, meermalen stond ik op 't punt u - ik heb u, geloof ik, geschreven: moed te houden. Maar jawel! Ik heb zelden moeielyker tyd beleefd dan de laatste maanden. Ik leed letterlyk honger. En nog!
Als byoorzaken - die echter hoofdzaak werden - Och, alles te vertellen is omogelyk. En waartoe ook?
Genoeg, ik schreef feuilleton in het Noorden en tegelykertyd stukken in Nederland (uitgegeven by Loman, benevens Ideën, by van Helden.
Door eene beschikking van den Satan, waarin ieder verstandig mensch zou moeten beginnen te gelooven, hielden alle die drie bronnen van inkomste, kort na elkander, buiten myn schuld, op! Eerst begon Nederland iets als ruzie. Ik maakte korte metten.
Kort daarna schreef me de redactie van 't Noorden: ‘dat de lezers myne stukken niet begrepen.’ (De eigenlyke oorzaak was, dat ze hunne ruimte wilden houden voor oorlogsberigten. Bovendien had ik eens dien Mr Straatman, een gew. dominé, op z'n vingers getikt over oneerlykheid in z'n Courant. Ze stelen in die bladen als de raven, en zeggen zoo verwaand: ‘Wy’ die onbekende uilen.-
Enfin!
Ik trok my beide die zaken minder aan, daar my myne Ideën bleven. Al kon ik daarmee niet aan alles voldoen, wat op my drukt, ik dacht toch niet aan honger. En, in leven blyvende, zou ik dan wel weer raad schaffen-
Maar zie, daar begint op eens van Helden te haperen.
Sedert een paar maanden kryg ik zelden antwoord, geen proef, - enfin, de zaak schynt in de war.