Volledige werken. Deel 13. Brieven en dokumenten uit de jaren 1868-1869
(1980)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermdVan den Rijn, 31 Januarij.Men verneemt, dat thans op officiële wijze een einde is gemaakt aan den strijd over de in de kerken te gebruiken gezangboeken. De oneenigheid daarover, vooral in Silezie, was gedurende de laatste maanden derwijze in hevigheid toegenomen, dat hier en daar zelfs dadelijkheden waren begaan. Te Dirmbach had, zegt men, in en bij de kerk een gevecht plaats, waarbij met gezangboeken is geworpen, en zelfs zoo hevig, dat eenige deelnemers aan dien strijd vrij ernstig gewond werden. Te Lunsingau hadden sommige ijveraars den predikant het preken belet, door het aanheffen van gezangen gedurende de predicatie. Elders waren uit vele gezangboeken bladen gescheurd of onbruikbaar gemaakt. Thans is het besluit van den opperkerkeraad te Berlijn bekend geworden, waarbij het protest der gemeente Reichenbach tegen de invoering van het dusgenaamde regtgeloovige gezangboek wordt afgewezen. Men betwijfelt het echter zeer, of deze beslissing voldoend gezag zal uitoefenen om de voorstanders der nieuwe kerkliederen tot zwijgen te brengen. De Rheinische-Zeitung betreurt de gisting, welke uit eene, naar haar oordeel, zoo onbeduidende zaak is voortgevloeid. ‘Zou het niet beter geweest zijn (aldus redeneert dat blad), de beslissing ten dezen geheel en al aan de gemeenten zelven overtelaten? Is het niet belagchelijk, in een land en in eene eeuw, die zich beroemen op vrijheid van geweten, slavernij te willen invoeren... van prosodie? Wat heeft versmaat en rijm met godsvrucht, of zelfs met eeredienst, te maken? En, al was dit anders, is er stichting te verwachten van dusdanigen dwang? Waarlijk, wij staan verbaasd over zoo veel reactie, zoo veel middeleeuwschheid in Pruissen, het land der intelligentie bij uitnemendheid, - onder een | |
[pagina 331]
| |
ministerie, 't welk den staatsman Bismarck tot zijnen chef heeft, en vooral onder een minister van Eeredienst, die de auteur is van geheel andere liederen dan kerkgezangen, o.a. van het vrolijke, studenticose, zoo populair geworden: Aus 'm Wirthshaus enz.’ - De burgemeester van Constanz, de heer Stromeyer, is den 14den Januarij, op last van den aartsbisschop van Freiburg, in den ban gedaan, omdat hij, in weerwil van herhaalde waarschuwingen, - zoo wordt in het daartoe betrekkelijke schrijven van den vicaris van het aartsbischoppelijk kapittel gezegd, - ‘zich gedurende eene reeks van jaren in het openbaar verzet heeft tegen de verordeningen en bepalingen zijner kerkelijke overheid, - in het bijzonder er toe heeft medegewerkt, dat katholieke instellingen en scholen aan het beheer en het bestuur der Katholieken onttrokken zijn geworden, en zich in het algemeen met opzigt tot de regten en de belangen der Katholieken niet zoo gedragen heeft, als de pligt van een Katholiek dezen voorschrijft.’ In eene weinige dagen later te Constanz gehouden en, naar men zegt, zeer talrijk bezochte openbare bijeenkomst hebben de aanwezigen, met algemeene stemmen, een besluit genomen, waarin volkomen goedkeuring van de handelwijze des heeren Stromeyer is uitgedrukt, en verklaard is, dat de handelingen van dien heer en zijne vrienden ten voordeele hebben gestrekt van de stad hunner inwoning, en teweeggebragt hebben, dat datgene, hetwelk de gemeenteraad in vroegere tijden steeds beheerd en in tijden van zwakheid verloren had, weder in handen is gekomen van degenen, aan wie het toebehoort. Die verklaring is onmiddelijk naar de woning van den geëxcommuniceerde gebragt, die uit het venster daarvoor zijnen dank heeft betuigd. Naar aanleiding van die excommunicatie, heeft het kerkelijk bestuur te Constanz den heer Stromeyer doen aanzeggen, dat hij niet langer lid kon zijn van de ‘commissie voor de katholieke instellingen’, en dat aan het lid van den gemeenteraad, den heer Vögelin, voortaan de uitnoodigingen zouden gezonden worden om de vergaderingen dier commissie bijtewonen, en tevens den tweeden sleutel van de kas in bewaring zou gegeven worden. De Constanzer-Zeitung berigt, dat de vicaris van het aartsbisschoppelijk kapittel te Freiburg, wegens overschrijding zijner bevoegdheid, geregtelijk vervolgd zal worden. - De gemeenteraad van Freiburg heeft, in een adres aan den gemeenteraad van Constanz, zijne sympathie betuigd voor de houding van den burgemeester der laatstgenoemde stad. |
|