[26 oktober 1868
Verslag lezing Van Vloten in N.R.C.]
26 oktober 1868
Verslag in de Nieuwe Rotterdamsche Courant van de lezing door Van Vloten. (K.B. 's-Gravenhage; fotokopie M.M.)
Kinker: bedoeld is Gottfried Kinkel; zie bij 27 oktober.
zij sprongen zoo moedig: aanhaling uit Piet Paaltjens' gedicht Drie Studentjes.
Delft, 24 October. Gisteren avond hield dr. van Vloten in het studentengezelschap Vrije Studie eene hoogst interessante voordragt over vrije studie. De buitengewone opkomst zoowel van leden als geïntroduceerden, bewees het groote belang, dat men in eene lezing van dien geleerde stelde. Spreker begon zijne voordragt met eene inleiding, waarin hij betoogde, dat elk dier vrij is, maar dat wij Nederlanders, die onze vrijheid met stroomen bloeds gekocht hebben, eigenlijk de ware vrijheid misten, want hier geldt maar al te zeer: ‘verkondt wat gij gelooft en denkt, mits uwe gezindheid niemand krenkt.’ Doch hij twijfelt niet voor goed aan de zaak de vrijheid, maar werpt zijne hoopvolle blikken op de studeerende jeugd. Deze toch is nog niet bedorven; zij is geen slaafsche volgeling van de conventionneele maatschappij, en zal door eene duurzame vrije studie aan Nederland zijne oude veerkracht kunnen hergeven. Ernst en onafhankelijkheid, ging spreker voort, zijn de hoofdeigenschappen van vrije studie. Vrije studie houdt haar eenig doel, de waarheid te vinden, steeds voor oogen. Het leven van hem, die eene vrije studie gevolgd heeft, zal ook na zijn dood voortduren. De arbeid van den man van onvrije studie gaat met hem verloren. Zijn onwaar en bedriegelijk schijnleven steekt treurig bij den nazaat af. Als voorbeeld maakte hij eene vergelijking tusschen Leibnitz en Spinoza, de eerste, die eer en aanzien der wereld boven de dienst der waarheid stelde; de tweede, die geen wuften roem, maar alleen de naakte waarheid najoeg. De herinnering aan Leibnitz zal verloren gaan; Spinoza, de apostel van vrije studie, zal in de nagedachtenis blijven leven. Hierna somde hij de meest beroemde mannen van vrije studie op. Hij stond