land. Ik geloof niet dat er een land is, waar de pers zoo onmagtig is in haar vryheid, als in Holland. Ginds mag men niet alles drukken, maar wàt gedrukt wordt, heeft effect. In Holland is 't drukken geoorloofd - och ja, waarom niet, er wordt toch geen acht geslagen op 't geschryf. Wat geeft zich Napol. al onnoodige moeite, en wat is Emile de Girardin ondankbaar!
Hebt gy myn stuk tegen Bosscha? Ik heb aan v. H. geschreven u een aantebieden en hem een inlegpapiertje gezonden. Is 't niet ‘wat men gewoon is pikant te noemen?’ En is niet die aankondiging in 't H. Blad ‘wat men gewoon is lamlendig te noemen?’-
O, O, ik kan die f25 smaands niet missen, maar wat vervelen my die berigtjes! Ik verzeker u dat die dingen, op den duur my inspanning kosten. Vandaag deelde ik den Volke mede: ‘dat de feestelykheden ter gelegenheid van 't huwelyk (van Vlaanderen met Hohenzoll.) twee dagen zouden duren’ Hoe diep, hoe belangryk, hoe indrukwekkend! Maar er staat by: ‘dat dit beweerd wordt’ Mogt dus de graef v. Vl., of de bruid, buiten hun tax gaan, en 48½ uur feest vieren, of mogt welligt de bruid flaauw vallen vóór ommekomst van 't tweede etmaal, dan is de verantwoordelykheid aan uw correspondent à couvert. Ik heb gezegd: ‘men beweert’. t Is een vervelende historie.
Verbeeld u, men stookt in Antwerpen een staatkundig vuurtje (of een onst. kundig, dat laat ik daar) tegen het Belgicismus, vóór aansluiting aan Noord-Nederland. Zoo gaat het! In Maestricht wil men Belgisch zyn, in Vlaanderen Hollandsch. Ik ben niet Hollandsgezind, maar zou Holland afraden zoo'n trojaansch paard intehalen. Er is leven en gloed in Belgisch Nederland, en ik betwyfel of zy zeer lang zich uit den Haag zouden willen laten regeren.
Myne vrouw schryft my gedurig over de lieve hulp die zy van den Heer Potgieter ontvangt. Ik ben er zeer dankbaar voor, maar tevens verdrietig dat het noodig is. Zy is door veel zorg en inspanning zeer verzwakt, en ik moet absoluut een eind zien te maken aan hare zeer moeielyke positie. De kinderen zyn wel, en goed. Maar ik wilde zoo gaarne zelf hen onderwyzen. Ik ben geboren schoolmeester, en had altyd den naam zoo goed iets te kunnen uitleggen. Ook houd ik er van, en juist omdat ik zooveel zaken niet weet, ben ik genoodzaakt telkens iets opnieuw te leeren, en sta dus een kind nader, dan iemand die knap is. t Is me een vreesselyke grief dat anderen myn kinderen onderwyzen.-