[20 mei 1865
Brief van Des Amorie van der Hoeven aan d'Ablaing]
20 mei 1865
Brief van H. des Amorie van der Hoeven aan R.C. d'Ablaing van Giessenburg. Dubbel velletje lichtblauw postpapier, tot onderaan blz. 4 beschreven. (M.M.)
Het was uiteraard eind juni of begin juli voor deze brief arriveerde.
Batavia. 20 Mei 1865.
Waarde heer Meijer,
Wel ontving ik Uw brief van 8 April jl., met een cognossement van 250 exemplaren Multatuli. Ideën. II. 3. per Anna Sophia, en een brief voor de heeren Bruining & Wijt. In dien brief meldt UEd. mij niet de ontvangst van een wissel van f 202.50, die ik U - in Januarij geloof ik - gezonden heb.
Ik zal deze keer dit cognossement nog voor U aan de heeren Bruining & Wijt ter hand stellen, om U geen oponthoud of verlies te veroorzaken, maar het is mij onmogelijk mij langer met deze boekhandelszaken te bemoeijen, en ik verzoek U dus die direct met de heeren Bruining & Wijt (een zeer soliede firma) te behandelen en niet met mij, daar ik bij verdere toezending van facturen aan mij, mij daarmede niet zou kunnen inlaten. Ik werk dag en nacht als advocaat en redacteur, en het is mij onmogelijk daarbij nog zulke commissiën waar te nemen.
Wees dus zoo goed Uw bezendingen in 't vervolg aan de heeren