[10 september 1862
Brief van Multatuli aan Mimi]
10 september 1862
Brief van Multatuli aan Mimi. Enkel velletje postpapier, gevouwen en gezegeld. Op de keerzijde alleen de aanduiding: Mimi H.S. De laatste zin staat als een naschrift dwars langs de tekst. (M.M.)
Op den Amstel: Mimi had verblijf gehouden bij haar oom Burlage, die aan de Amstel woonde.
Amsterd. Woensdag 10 Septr.
Mijn kind, mijn hef kind! Ik heb hier ontv. je brief van Maandag. Ik kon niet eer schrijven, en ook dit geldt nog niet. Ik heb je 'n langen briefte schrijven, en à tête reposée. Ik heb koorts gehad en ben af. Ik doe vandaag alleen 't meest pressante. Daar liggen bundels brieven die ik nog lezen moet.
't Meest pressante is: dat ik je onuitsprekelijk lief heb! Ik kan 't niet analyseren: 't is zoo! O, wat ik aan je gedacht heb sedert dien Woensdag in Artis! Onophoudelijk, altoos! Bekommer je niet over die malle ontmoeting van dien middag. Ik begrijp je strijd en weet, dat je mij liefhebt.
Je portret, dol graag! 't Zal me een heiligdom wezen, gaauw!
Verwacht binnen acht dagen een uitvoerigen brief die u tot leidraad zal kunnen strekken ter beantwoording van de vraag of je mij moogt aanhangen? Ik zal eerlijk wezen, en mijn hart geen stem geven. Doch juist omdat ik eerlijk wil wezen heb ik tijd noodig en kalmte. Ik zal regtvaardig zijn en uw vader's regten stem geven, ja meer dan de mijne!
Nu dit voorloopig dat ik je innig lief heb. Ik tril als ik aan je denk. Maar sterk en goed zal ik wezen, al was mijn conclusie in mijn eigen voordeel. Het besluit dat je nemen zult na mijn brief te hebben gelezen, zal beslissen over je leven.
Is 't je mogelijk mij de voile te zenden die tusschen uw mond was en de mijne?
O, hoe dikwijls heb ik 't licht gezien in uw huis, dáár en hier op den Amstel! Dat wist je niet!
Waarom schrijf je U? Mijn kind, mijn lief kind!