[10 april 1862
Brief van d'Ablaing aan Tine]
10 april 1862
Brief van R.C. d'Ablaing van Giessenburg aan Tine, geschreven op de 16de trouwdag van Multatuli en Tine. (Kopieboek I, blz. 599; M.M.)
Lieve beste vriendin
Ja ge hebt gelijk, wij kennen Dekker, en daarom juist zijn wij hem zoo broederlijk genegen. Wij begrijpen hem, omdat wij met hem gevoelen; en omdat wij bij hem zijn, doen wij zoo veel mogelijk wat gij zelve zoudt doen als ge hier waart, dat is immers natuurlijk; als we dat zouden nalaten, zouden wij - neen, mogten wij niet zeggen dat wij hem begrepen. - Dat weet ge, dat gevoelt gij zelve; - want ook U kennen wij; ook met U gevoelen wij, Dekker en zijne Tine zijn immers één, één als wij beiden één zijn, één - als wij allen met ons vieren, één zijn, zoude ik bijna durven zeggen. - Het verwondert ons niet dat ge, na al de treurige ondervinding die ge van ‘menschen’ hebt opgedaan, aangenaam verrast zijt geworden, oprechte sympathie te vinden; maar nu ge eenmaal weet dat ge ze bezit, moogt ge er ons niet voor bedanken; - is er eenige verdienste in te doen wat men niet laten kan. Maar nog veel minder moogt ge denken dat wij u ongunstig kunnen beoordeelen, - gij zegt zelfs zwaar veroordeelen - foei, moogt ge nog twijfelen aan ons hart, alsof wij niet geheel met U medegevoelden, of aan onze bevatting, alsof wij de indrukken, die u beiden ons van uw karakter gegeven hebt, niet juist zouden weten te difinieren. O, ken ons, wat wij U bidden mogen, zooals wij U kennen, begrijp ons zooals we U begrijpen. En als ge ons zoo kent, zoo begrijpt, verontschuldig U dan nooit meer tegenover ons, iedere verontschuldiging zou een ongelijk zijn dat gij u zelve zoudt aandoen. Gij zijt te entier, uw hart is te juist gestemd om verontschuldigingen voor U zelven, dus ook voor ons te behoeven. Wij spreken u met ons geheele hart tegen, wanneer ge beweert vijf minuten te laat komen somtijds in uw gevoel van sympathie met Dekker. Het is immers niet uwe schuld dat ge door uwe tijdelijke afwezigheid verstoken blijft van zoo vele, schijnbaar nietige
indrukken, die op het gemoed van Dekker invloed uitoefenen, en die gij, vaak, alleen door uw volkomen medegevoel, hebt te ontwikkelen uit de gevolgen die ze te voorschijn roepen. - Zoodra