Volledige werken. Deel 10. Brieven en dokumenten uit de jaren 1858-1862

[12 maart 1862
Brief van Multatuli aan d'Ablaing]

Omstreeks 12 maart 1862

Brief van Multatuli aan R.C. d'Ablaing van Giessenburg. Enkel velletje papier, tot het midden van de keerzijde beschreven.(M.M.)

Waarde d'Ablaing!

Ik ben heel onwel. Ik begin te denken of er iets in die woning wezen kan dat mij hindert, ik ben heel koortsachtig.

- Annonce Handelsblad? Ja goed. Over dwaling en den strijd daartegen.

- Het program geef ik U van avond of morgen ochtend.

- Kan ik te zien krijgen wat er klaar is van blad vijf? Ik weet er niets meer van. Dan zal ik 't gaauw vol maken en zes ook.

Ik U verzekerd dat ik idéen in overvloed heb? Juist andersom.

[p. 603]

Ik heb een idee, dat me zoo vervult dat ik voor mijne ideen en de voorlezingen geen plaats heb. Ik heb een idee dat ik wil uitvoeren, handelen, een idee dat ik een gek was de menschen ideen te geven.

Nevermind, bezorg me blad 5 zoo ver het is, maar èn mijn ideen èn mijne lezingen zijn me op 't oogenblik een gedwongen fraaiigheid.

Ik ben niets wel.

Adio tt. DD