[10 januari 1862
Brief van Multatuli aan d'Ablaing]
10 januari 1862
Brief van Multatuli aan R.C. d'Ablaing van Giessenburg. Dubbel velletje postpapier, waarvan drie bladzijden beschreven. (M.M.)
De ‘omstandigheden’ waarop Multatuli doelt, betroffen de politieke toestand.
beste d'ablaing!
Vrijdag twee uur
Eindelijk kreeg ik zoo even vel drie. Ik zend het dadelijk terug. Gij antwoordt niet op mijn vraag of ik al wat gedrukt is krijgen kan. Ik heb 't noodig om 't ding aftemaken. Ik heb nog een heele lange lijst van tirades, maar ik weet zelf niet regt wat ik al gehad heb.
- Ik heb een zeer, zeer dringend belang bij spoed. Omstandigheden te lang om te vertellen, dwingen mij Brussel te verlaten. Ik kom in Holland. Maar hoogst waarschijnlijk zal ik na mijn vertrek van hier geen plaats hebben waar ik kan zitten werken. 't Is hard, maar 't is zoo. -
Dat ding moet dus af voor ik van hier ga, en dat afmaken wacht op uw proeven. Zend ze dus gaauw s.v.p.
Hoe drommel is vel drie zoo lang weggebleven.
Als er vandaag niets gekomen was, had ik getelegrafeerd.
Gij hebt immers de revisie van vel 1 & 2 behoorlijk ontvangen.
Tegelijk met vel twee was een brief.
Adieu.
Apropos hoe staat het met de dagorder van v. Sw. Ik begrijp niet dat Broens die niet vinden kan. Ook daarmeê spoed s.v.p. Zoodra ik een en ander ontvang, schrijf ik de brochure achtereen af, en dan moet ik op reis naar Holland, naar den Haag, om daar op straat te staan. Als ik U zie zal ik 't U uitleggen. Na verlaten van de woning waar ik nog een paar dagen blijven kan, zal ik waarschijnlijk vooreerst geen dak hebben, of althans geen plaats waar ik iets zal kunnen doen. Adieu tav.
DD.