Volledige werken. Deel 10. Brieven en dokumenten uit de jaren 1858-1862

(1960)– Multatuli– rechtenstatus


[7 december 1861 Verklaring van Mr. Luber] 7 december 1861 Verklaring van Mr. M.W. Luber als procureur van J. van Lennep in de zaak Multatuli-Van Lennep. Gezegeld papier, aan éen zijde beschreven. (U.B. Amsterdam) Michaël Wilhelm Luber Junior Procureur bij het Provinciaal Geregtshof in Noord-Holland. Verklaart. Aan F.E. Dammers insgelijks Procureur bij dat Hof en van Eduard Douwes Dekker eervol ontslagen adsistent-resident van Lebak thans zijne woonplaats hebbende te Amsterdam Dat hij zich Procureur stelt en als zoodanig zal occupeeren voor den Wel Edel Gestrengen Heer Mr J. van Lennep Advocaat te Amsterdam wonende aldaar op de Keizersgracht. En zulks op en ten gevolge der dagvaarding in appèl aan hem op acht en twintig November 1800 een en zestig namens eerstgenoemden door den Deurwaarder J.H. Stroethoff beteekend. Behoudens alle exceptiën, weeren en defensiën daartegen Waarvan Acte M.W. Luber Jr. Procureur
[pagina 528]
Beteekend en afschrift overgeleverd aan den Heer Procureur F.E. Dammers door mij ondergeteekende. Eerste Deurwaarder bij het Provinciaal Geregtshof in Noord-Holland. Heden den zevenden December 1800 een en zestig. L.J. Bonnerman. Geregistreerd te Amsterdam den Negenden December 1861 deel 177, folio 192 vak 3 Ontvangen voor regt f-20 met 32 Ope. ad. f 30½ tezaam f-28. de ontvanger Scheffer.