[29 mei 1861
Vonnis in de zaak Multatuli-Van Lennep]
29 mei 1861
Vonnis van de Rechtbank te Amsterdam in de zaak Multatuli-Van Lennep. Dubbel vel folio, gezegeld 50 c; geheel beschreven. (M.M). Het afschrift is op 14 september 1861 te Amsterdam geregistreerd.
In Naam des Konings!
De Arrondissements Regtbank te Amsterdam Eerste Kamer.
heeft het volgende vonnis gewezen.
No. 97.
Eduard Douwes Dekker eervol ontslagen adsistent resident van Lebak thans zijne woonplaats hebbende in het Hôtel Le Marechal de Turenne te 's Hage
Eischer bij geregistreerd exploit van dagvaarding van den deurwaarder J. du Pont Noordbeek van den 14 december 1860, woonplaats kiezende ten kantore van en verschijnende bij den Procureur F.E. Dammers wonende te Amsterdam op den Kloveniersburgwal C. No. 302.
op en jegens
Mr. J. van Lennep advocaat wonende te Amsterdam op de Keizersgracht bij de Leidschestraat C.C. No. 712.
Gedaagde bij bovenvermeld exploit verschijnende bij den Procureur M.W. Luber Jr.
Frederik Ernst Dammers als Procureur voor den Eischer concludeert dat de Gedaagde zich bij vonnis van deze Regtbank zal hooren veroordeelen om aan den Eischer te doen rekening van de bezorging der uitgave van het werk Max Havelaar en de ontvangsten daarvan te verantwoorden met aanbod van den Eischer om den Gedaagde schadeloos te houden en de aangegane verbindtenissen na te komen volgens de wet.
Bij het in dezen te wijzen vonnis de tijd zal hooren bepalen, waar binnen de rekening geschieden moet en de Regter Commissaris zal hooren benoemen ten wiens overstaan die zal worden gedaan. Wijders het bedrag zal hooren bepalen tot welk beloop hij door inbeslagneming en verkoop zijner goederen bij niet verschijning of in gebreke zijn om de rekening te doen daartoe zal kunnen worden genoodzaakt.
Alles onverminderd zoodanige conclusiën als uit de gedane