[30 april 1861
Brief van Multatuli aan Tine]
* 30 april 1861
Brief van Multatuli aan Tine. Volgens Mimi met het poststempel: 30 April 1861. (Brieven V, blz. 59; Brieven WB V, blz. 49)
Multatuli schreef aan de tekst van ‘Wijs mij de plaats waar ik gezaaid heb.’ Zie Volledige werken, deel I, blz. 481-505.
Dingsdag.
Lieve hart.
Ik ben aan 't werk voor Nijgh wiens brief ik je gisteren zond. Wat er van teregt zal komen weet ik nog niet. Ik gun mij geen tijd om uit te gaan om geld te wisselen. Maar dat is ook de zaak niet. Ik was vreesselijk gepreoccupeerd over de vraag of je voor 1e moest verhuizen. Neen, blijf nog, ik ben nog altijd in afspraken en ik kan nu niet beslissen. Eerst moet dat ding voor Nijgh af, dan zal ik zien of ik bij hem teregt kan. Ik werk moeijelijk en niet naar mijn zin.
Ik zend je toch f 60. Ik ga in godsnaam wandelen want ik ben dof. Ik heb niet de minste inspiratie. Dag engel, ik heb je dol lief. Kus de kinderen.