Hij zei ronduit dat hij mijn démarche zeer apprecieerde; bijv. hij nam mijn kaartje op en zei: ‘Ik voel zeer goed de waarde uwer komst. Eduard... Douwes... Dekker... bij Rochussen!!!’
Kortom, dat was alles perfect, ik voelde mij bij hem of ik thuis was. Maar nu is door allerlei lamme consideraties dat alles voor 't oogenblik gestremd.
Ik wilde dat hij de Kamer zou ontbinden, en als hij geslaagd was in 't samenstellen van een ministerie, zou hij 't gedaan hebben. Hij zeide: ik erken fouten begaan te hebben. Ja, zei ik, u heeft veel fouten begaan, maar de fouten van een mensch, en Mr. van Twist heeft al de deugden van een stuk hout. Komiek he?
Dag engel, dag beste jongens. Ik verlang dol naar huis, maar ik wensch een goede tijding mee te brengen.
Heden schreef ik een briefje aan Rochussen:
Excellentie! Ik neem de vrijheid Uwe Exc. te verzoeken mij aan den nieuwen minister voortestellen tot secretaris-generaal.
Geen woord meer! Hoe vind je dat? Kort en bondig, nog al!
Nu is mijne bedoeling niet zoozeer om dat te worden, als om bij Roch. te constateeren dat ik op hem reken. Ik weet dat hij hiermee gevleid is. De vorige Secr. Generaal is minister geworden. Roch. zei: de dames zijn gek op je. Hoe vind je dat? Zijn dochter van Zuylen kwam binnen (ik geloof expres) ja, zei hij - die ook!