[18 februari 1861
Brief van Multatuli aan Tine]
* 18 februari 1861
Brief van Multatuli aan Tine (Brieven V, blz. 18; Brieven WB V, blz. 14). De artikelen in het Bataviaasch Handelsblad zijn blijkbaar van Van der Hoeven.
Maandag middag.
Beste Tine. Ik heb het stuk van van der Hoeven. Ik heb mij bedrogen door het van gelijk gehalte te achten als dat van Lion. 't Is integendeel met veel talent geschreven. Hij vergist zich hier en daar, maar het is niet zoo als dat van Lion, beneden beantwoording. Ik zal 't u zenden zoodra ik een 2de exemplaar heb. Zend dan na lektuur een en ander dadelijk naar den Heer v. Vloten. Het doet mij pleizier dat het stuk zoodanig geschreven is dat ik zonder mij te compromitteren (als schrijver) het weerleggen kan. Maar hoe het zij, noch 't Bat. Handelsbl. noch Lion hebben aanleiding kunnen geven tot het afzien van de poging om mij door dat ellendige geld weer tot fatsoenlijk man te maken. Dat blijft altijd onverantwoordelijk.
Er is in 't stuk van van der Hoeven veel wat ik toestem, en dat zal ik ronduit zeggen.
Hij verwijt mij voornaamlijk hoogmoed, en daarin heeft hij waarschijnlijk regt; ik ben zeer hoogmoedig.
Maar hoogmoed is geen reden om mij te laten leven als een bedelaar.
Ik ben zeer hoogmoedig, maar v.d.H. had, om mij van hoogmoed te genezen, zijn artikel niet moeten schrijven, want na het lezen daarvan ben ik nog veel hoogmoediger geworden. Je zult zien. Dag beste Tine, dag kind, houd je maar goed.