[25 oktober 1860
Mededeling van Multatuli in de Arnh. Crt.]
25 oktober 1860
Ingezonden mededeling van Multatuli, in de Arnhemsche Courant van Donderdag 25 October 1860, No. 2088.
Met genoegen heb ik kennis genomen van het ingezonden stuk in de Arnhemsche Courant van heden, waarbij - zeer onnoodig voorzeker - betoogd wordt, dat het schrijven van een ‘mooi boek’, en het ondergaan van mishandeling, geen aanspraken daarstellen, om het Nederlandsche volk te vertegenwoordigen.
Ik ben het met den schrijver van dat artikel volkomen eens*, en hoop van harte, dat alle tegenwoordige en toekomstige volksvertegenwoordigers zich mogen onthouden van boeken schrijven, - van niet -‘mooije’ zelfs, - en bewaard mogen blij ven voor mishandeling.
Kon men echter van tijd tot tijd eens iemand vinden, die bewezen had de waarheid hooger te stellen, dan een suikercontract, hooger dan partijbelang - wat ten slotte altijd neêrkomt op eene vereeniging van particuliere belangen; - kon men iemand vinden die waarheid eischte van ministers en factie-woordvoerders, - zie, dát zou niet kwaad zijn, dunkt mij, - en in zulk geval, zou ik goedvinden, dien man te vergeven dat hij mishandeld was, en een boek geschreven had.
Ik zal op dit onderwerp terugkomen in mijne ‘Indrukken van den dag.’
Amsterdam, 23 Oct. 1860.
Multatuli.
* Neen, - nietvolkomen. De spelling van ‘Magelhan’ heb ik van een afstammeling der familie, met wien ik bevriend ben. Maar dit geef ik cadeau, - 't is een bijzaak even als vrije arbeid en contractsverlenging. De hoofd zaak is, dat de Nederlandsche natie de waarheid wete, omtrent de wijze waarop de Javaan wordt uitgezogen, door behouders en niet-bchouders, infra et extra muros.