ten te brengen ware. Maar daartoe zou dan regtstreeks met hemzelven moeten onderhandeld worden.
Ik acht het echter niet waarschijnlijk dat de Heer de Ruyter in volstrekten zin eigenaar van het Handschrift geworden is. Gij zoudt dan tegenover het verlangen van den heer Dekker eene geheel andere houding hebben aangenomen; gij zoudt hem dat eenvoudig hebben medegedeeld en daarmede de geheele positie tot klaarheid gebragt.
Ik heb dus het regt te stellen dat geen tweede druk zonder uwe toestemming en medewerking kan tot stand komen. En is dit zoo, dan komt het mij voor, dat, niet het strenge regt, maar uw gevoel van billijkheid u zal voorschrijven, de regten die gij u bij den afstand van het Handschrift gereserveerd hebt, weder aan den auteur over te dragen, nu hij dat bepaaldelijk wenscht, en behoudens eene zoodanige regeling der geldelijke aangelegenheden, dat Gij geheel voor schade gedekt zijt.
Ik meen dat uw gevoel van billijkheid u dit bij eenig nadenken zal voorschrijven, omdat gij indertijd de bezorging der uitgave van den ‘Max Havelaar’ hebt op U genomen, om den auteur eene vriendschapsdienst te bewijzen, niet om u te stellen tusschen hem en het publiek.
Ik kom er rond voor uit, dat ik den indruk gekregen heb, dat Gij, ingenomen met het boek als literarisch produkt, echter de politieke strekking daarvan afkeurt of althans de gevolgen vreest die eene meer algemeene verspreiding, vooral in Indië, zou na zich slepen; dat het uw toeleg is geweest dit boek, zooals Gij het misschien noemen zoudt, onschadelijk te maken; dat gij daartoe den uitgever aan banden hebt gelegd, en daaraan zoowel de veel te kostbare wijze van uitgave als de geheele achterlating der verspreiding in Indie te wijten is. Heb ik wèl gezien, dan geeft mij dit ook den sleutel uwer, wel is waar hoogst beleefde, maar toch standvastige weigering om den auteur in de gelegenheid te stellen, thans, nu een herdruk is noodzakelijk geworden, zelfde wijze waarop die zal tot stand komen met den uitgever te overleggen.
Dat de heer Dekker dit wenscht, is natuurlijk, te eer daar hij reeds met de wijze waarop de eerste druk verspreid is, lang niet was ingenomen. Zijne zienswijze omtrent het doel met het