[7 september 1860
Brief van Multatuli aan Tine]
* 7 september 1860
Brief van Multatuli aan Tine. (Brieven IV, blz. 145; Brieven WB IV, blz. 114). Het slotgedeelte is kennelijk door Mimi weggelaten.
Vrijdag avond 7 Sept.
Lieve beste kind, ik heb uw brief van woensdag. Beste kind, ik wou je 't briefje niet zenden voor ik goed den naam wist de la raison sociale (van de firma.) Geef mij die dus op. Gij dringt zoo op spoed aan, maar beste daar is geen spoed bij. Dat briefje geef je toch eerst bij de aflevering, dunkt mij. Hoe dit zij de zaak gaat voort en ik zal u 't briefje zenden zoodra gij mij den naam opgeeft. Priez ces messieurs de l'écrire pour moi comme ils l'entendront et sur timbre de belgique, je signerai bon pour la somme susdite de quatre cent francs payable le 31 Octobre. Un timbre d'ici ne serait pas valable chez vous. Arrange cela comme tu voudras, et commence toujours par payer fl. 100 ou fr. 200.
Ik bedenk daar dat je misschien bepaald gezegd hebt het briefje te zullen geven na omgaande post. Ik haal daarom een zegeltje en sluit het in. Laat hun den naam invullen, 't zal wel voldoende zijn zoo. Zoo niet, laat het henzelf schrijven op Belgisch zegel. Hartje, zoodra er weer ruimte van geld is moet je je portret laten maken, en groupe. Foei, waarom vind je je eigen portret zoo gek? Je bent toch een gekke Tine. Ja, dat begrijp ik wel dat je er een zoudt afgenomen hebben van de 500. 't Was maar gekheid.
Al wat je van 't menschdom schrijft doet mij zoo'n groot genoegen. Ik peins op middelen u weer te zien, maar ik moet werken.