Volledige werken. Deel 10. Brieven en dokumenten uit de jaren 1858-1862
(1960)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 242]
| |
[6 juni 1860
| |
[pagina 243]
| |
uit hun bloed of asch opwekt; men verklaart hen eenvoudig voor ijlhoofdig, en dan is er niemand meer die hun geschriften leest veel minder zich schaart onder hun banier. In ons zoogenaamd ‘bezadigd Nederland’ hebben de menschen te veel lauw water geïmbibeerd, om zóó door eenige vonken bruischend vuur te worden aangestoken. Ik heb - en met een warm hart - U willen in staat stellen zes maanden met vrouw en kinderen vereenigd, nuttig te leven - en dáár zal ik nooit berouw van hebben: - ik heb evenzeer al het mijne gedaan, om uw klachten en bezwaren waereldkundig te maken - en dat berouwt mij even min maar ik zal nooit een enkele cent uitgeven om mij medeplichtig te maken aan handelingen die ik zou moeten afkeuren en gij weet zeer goed, dat ik mijn acheronta movebo niet in dien zin bedoeld heb, 't is waar, gij hebt mij eerlijk gewaarschuwd, dat gij, vrouw en kroost hebbende opgeofferd aan uw pligtbesef, er ook geen kwaad in zaagtGa naar voetnoot*, anderen op te offeren, maar ik heb ook vrouw en kinderen, ik heb geen eed gedaan de Javanen te beschermen, en ik heb renonce om opgeofferd te worden, zonder zelf teweten hoe. Ik ben voor geen kleintjes vervaard, maar als iemand mij vraagt zijn seconde te wezen in een duël, dan dien ik toch te weten, of hij met pistool of degen, dan wel met messen of knuisten vechten zal. Geloof daarom niet, dat ik uw spijt, uw teleurstelling, uwe zucht om hierheen te komen zonder zelf misschien te weten wat gij doen zult, niet volkomen goed begrijp en verschoon, ja in uwe plaats misschien evenzoo zou handelen; maar dat bewijst nog niet, dat ik het daarom goed mag keuren. Zelfs geen Javaan kan vergen, dat gij meer doet dan gij gedaan hebt: en na alle middelen ten hunnen behoeve te hebben uitgeput, keert m.i. de plicht terug, die gij aan de uwen schuldig zijt. Maak van uwe kinderen franschen of wat gij wilt, maar zorg in de eerste plaats, dat gij brood voor hen hebt. Stuur mij uw Fancy zoo die klaar is, en laat mij eens beoordeelen of 't een vod is, zooals gij zegt. Terwijl gij dan een boxpartij met Sawyer-Rochussen houdt, kan ik misschien zien of ik uit uwe vertelling iets ten behoeve der uwe bekomen kan. L'un n'empêche pas l'autre tt J. van Lennep |
|