De hoofdzaak is dat ik werken moet on in 't leven te blijven. Dit nu is billijk, en het is ver van mij daarover te klagen, maar ik ben bedroefd dáárover dat mijn werk zóódanig is dat ik mij bederf voor de toekomst. Het is niet omdat ik geen kans zie om zoogen: deftigen pruikerigen solieden arbeid op fantaisie te doen volgen, - maar omdat die arbeid niet gegoûteerd worden zou zoodra ze door litterature légère is voorafgegaan. Uw eigen voorbeeld is daar om het te bewijzen. Holland verstaat geen geest. Een geestig mensch moet noodzakelijk een grappenmaker wezen, onbekwaam tot iets ernstigs. In mijn Fancy komt een kind voor dat uit het gekraak van een molen iets meent te verstaan (van geest spreek ik nu niet meer) welnu, - als ik naderhand zou optreden op ander terrein zal ik dadelijk hooren: O, dat is die meneer van de pratende molens! en... enfoncé!
En wat aangaat nu te schrijven over koloniale belangen, ik heb voor 't oogenblik niets te zeggen dan wat in Max H. staat, dat het een beroerde boêl is’. - Voorstellen ter verbetering? Dekker raad van Indie.
Bij een ander zou dit naar ambtsbejag gelijken. Boven die verdenking ben ik dan toch verheven! Die konsideratie heb ik dan toch wel verdiend met mijn bitter tobben na en door het wegwerpen van een ambt!
Als R.v.I. kan ik nuttig wezen, en om daartoe te geraken was ik gaarne in de 2e kamer geweest.
En bovendien nu iets te leveren over een speciale tak van Indische administratie komt mij na M.H. voor als een omgekeerde klimax.
Suikerkontrakten, vrije arbeid, vermindering van ink: regt, enz... ‘Ziet, mijne Heeren dat alles is zeer belangrijk voorzeker maar niet zoo belangrijk als de wenschen, de hoop, de vrees, de smarten van het volk, - God bewaar ons, als de wanhoop van het volk - Ja, den generaal vS. ken ik bijzonder goed. Hij is mij genegen; wij kenden elkander reeds op Padang waar hij in 1843 majoor was. Later in 47 & 48 zijn wij zelfs zeer bevriend geweest. Maar wat kan hij voor mij doen? Hij zou mij een baantje kunnen geven, en dat helpt noch mij, noch de groote zaak. Als Raad van Indie al weêr zou ik hem of dengeen die Pahud vervangt, kunnen beschermen tegen de Kommiezerij der Sekretarie, en de