leen) naar Singapore te helpen geloof ik niet. Ik geloof dat hij achteruit is, schulden heeft, geen geld in kas, maar dat hij niet zou kunnen bewerken dat ik daarheen kwam, geloof ik niet.
Blijft mijn schrijven ijdel. Gaat hij voort met aan vH. te schrijven en naar een schip te zoeken dat U weg voert, in Godsnaam! Dan moet ik zwijgen, want hoe het U bij aankomst op Batavia dan gaan moge - hier hadt gij geen dak, en de reis duurt toch 3½ maand! Zóólang hebt gij ten minste het noodige.
Wat ik dan doen moet, weet ik niet! Ik denk naar Italie. Mijne gaven zijn op de prijslijsten niet genoteerd, integendeel ze hinderen mij, want men verwijt ze mij -
Als ik van gaven spreek doe ik dat omdat anderen dit zeggen, en ik spreek er van met bitterheid.
Een man had een talent gouds, en honger!
Niemand in het dorp konde zijn talent wisselen -
Een ander man had geen talent en men gaf hem te eten -
Maar dan had men dien eersten ook te eten kunnen geven, zonder 't pasgeld van zijn goud - - -
Neen, neen, neen - dìt is de zaak, - men maakte hem ridicul met zijn talent, men bespotte hem met zijn talent, men was boos op hem, men riep hem na op de straat -
‘Hoe, zóó rijk en honger? Daar moet iets achtersteken - anders ware hij elders reeds lang klaargekomen.
Het baatte niet of hij zijn talent voor een koperstukje wilde geven -
Ik ben een onberispelijk kommies op Poerworedjo geweest!
Daar zit talent in die parabel! God beter 't!
Adieu lieve tine, ik heb u hartelijk hartelijk innig lief, meer dan je zelve weet. Je weet niet hoe ik je hemd gekust heb. dag beste trouwe engel.