Hier heeft men er wat beters op gevonden. Ik moet niet slagen, ik moet mij niet herstellen. Noch van Heeckeren, noch van der Hucht, noch iemand die Indie kent twijfelt er aan dat ik in weinig tijds er boven op zou zijn. Wat was dus natuurlijker dan mij weg te laten gaan, als het niet te doen was om mij te krenken en te folteren, en voornamelijk om u van den hals te schuiven?
Laat men mij de helft geven van wat uwe overtogt kost, dan kan ik naar de Kaap of naar Singapore gaan, en binnen acht maanden neem ik aan u te laten overkomen! Maar dat mag niet, ik mag mij niet releveeren. Het eenigst streven is dat gij in Holland niet tot last zijt, onverschillig of gij ginds van ellende omkomt.
Ware het vertrek van mij niet het rationeelste, het eenvoudigste, het meest gewone?
Hoe komt men op zoo'n buitengewoon idee u te laten gaan?
Vraag eens aan Jan of hij uw plan niet zeer courageus vindt, of hij u niet aanbiddelijk vindt van moed? Ik ben zeker dat hij zegt: ja! Welnu, dat bewijst juist dat hij uwe taak zoo moeijelijk, zoo onuitvoerbaar acht.
Laat Jan geld leenen dat ik naar Singapore kom, laat hem u voor weinige maanden bij zich houden, dan kunt ge van Heeckeren zijn infaam aanbod in 't gezigt gooijen.
Ja, tracht bij Jan te bewerken dat ik naar Singapore kom. Dàt is de weg.
Dàt moet ieder wenschen die het goed meent en niet uit valsche zelfzucht en lage hatelijkheid u van den hals schuiven wil.
Uw goed is weg, het gaat van middag. Men zeide dat het donderdag morgen bij u zoude kunnen zijn. Die verzending was mij een zware taak. Die scheiding tusschen uwe koffers en de mijne scheen mij eene voorbode van onze scheiding.
Wat ik nu doen moet weet ik niet. Ik heb nog hoop dat Jan het infame van die handeling zal inzien en ons instaat stellen het met verachting aftewijzen. Zoo niet, doe wat gij goeddunkt,... van uwe zij de is het subliem, maar schandelijk van die ons daartoe dwongen!
Ik heb nog geen besluit genomen wat mij aangaat. Zoolang ge niets naders hoort blijf ik hier, en mogt ik weggaan dan zal ik