[25 februari 1856
Geschrapt gedeelte]
* 25 februari 1856
Geschrapt gedeelte van het concept der bovenstaande missive, aansluitende bij de woorden: ‘ik vraag verschooning voor dat verzuim’. (G. Jonckbloet: Multatuli. Amsterdam 1894; blz. 49)
Ik had gisteren geen tijd uitvoeriger te schrijven, en langer te wachten mogt ik niet. Ik moest óf vóór de komst des Regents van Tjanjor de zaak hebben afgedaan, óf ik had tot na het vertrek van dat hoofd moeten wachten, want gedurende diens aanwezen alhier ware de zaak nog onaangenamer te behandelen geweest. Voor gisteren avond nog was mijn voornemen de zaak nog uit te stellen, doch het kon en mogt niet langer, vooral daar er periculum in morâ was, want de regent van Tjanjor moest tijdig gewaarschuwd worden.
Dat door de haast waarmede ik dien brief schreef - ik heb er geen minuut van - wellicht verzuimd is Uwedg: de zaak voor te stellen zoo als ik thans doe, bevreemdt mij niet. Ik neem echter de vrijheid te geloven dat Uwedg: thans mijne handelwijze - trouwens alleen bestaande in onderzoek, rapport en voorstel, zal billijken en alsnog de oogenblikkelijke oproeping des Regents zal willen bevelen.