[februari 1856
Ontwerp van een missive van Dekker aan Brest van Kempen]
23 of 24 februari 1856
Ongedateerd ontwerp van een missive aan Resident Brest van Kempen. Enkel foliovel, aan beide zijden door Dekker geheel met potlood beschreven. (M.M.) De tekst bevat verschillende kleine doorhalingen en verbeteringen, waaruit o.a. blijkt dat de laatste alinea's pas in tweede instantie zijn toegevoegd.
dadelijk Heeredienst nagaan, Hoofdplaats.
ontdekking
lankmoedigheid - ouderdom, buitengewone omstandigheden, komst van regenten, vroeger slecht geleid, slechte voorbeelden, (niet Carolus) vrees van voorbarigheid,
getracht particulier terugtebrengen, zonder vrucht.
Thans is het te erg - ben verpligt voorloopig te rapporteren, dat ik den regent beschuldig misbruik van gezag te hebben gemaakt in het beschikken over arbeid zijner onderhoorigen
en dat ik hem verdenk van Knevelarij, door gedwongen opbrengst in naturâ, hetzij dan onbetaald of weinig betaald.
tot deze beschuldiging en verdenking ben ik geraakt, zonder openlijk onderzoek, en alleen door zoodanige informatien als ik bekomen konde zonder den ouden man te kwetsen, daar ik nog altijd trachten wilde hem van zijne verkeerdheid terugtebrengen, en hij in dat geval niet gecompromitteerd mogt zijn.
Thans echter nu ik Uwedg deze zaak mededeel en dus gehouden ben mijne beschuldiging te staven, en mijne vermoedens tot zekerheid te brengen heb ik noodig een openlijk naauwkeurig onderzoek intestellen, waarbij de tegenwoordigheid van den Regent alsmede van den demang van P.K, zijn schoonzoon, die ik verdenk van medepligtigheid, door zijne directen of indirecten invloed op de getuigen mij hinderlijk is.
Ik ben dus zoo vrij Uwedg te verzoeken den Regent van Lebak te gelasten op ontvangst dezes zich naar Serang te begeven, met last op den AR van Lebak zorg te dragen dat hij niet vóór zijn vertrek in de gelegenheid zij door omkooping als anderszins invloed uitteoefenen op het te houden onderzoek.
Djaksa
Poessing. - Karbo 25-5 a 6 elke
8 Karbo