waartegen toch geen bedenking kan bestaan, dewijl de Demang reeds door Uedg naar de Hoofdplaats der afdeeling is ontboden, en aldaar wordt aangehouden.-
In verband met dit mijn verzoek, ontvangt Uedg. hierbij terug, het mij medegedeelde onderzoek, gehouden door den Djaksa ten uwent, met te kennen gave, dat ik dit eerste stuk van onderzoek alleen kan aanmerken, als te zijn opgemaakt, geheel en al uit de mededeelingen welk bij Uedg: persoonlijk wierden ingediend, en dus geenzins als een Justitieel document, terwijl dan ook in die veronderstelling het geheel in de zaak moet liggen opgesloten om den beschuldigden gelegenheid te geven, om zich te verantwoorden, op de tegen hen aangevoerde maar nog geenzins bewezen punten van beschuldiging, welke eerst voor eene geregterlijke vervolging en bestraffing zullen vatbaar wezen, wanneer de aanklagers hunne bezwaren zullen weten te bewijzen, en tegen den beklaagden vol te houden.-
Alvorens mitsdien in het gegeven geval overtegaan tot een geregterlijk onderzoek, mag ik niet nalaten, vooraf te verlangen, dat de zaak van den kant des bestuurs, waarbij dezelve is geopenbaard, van weerszijden worde nagegaan, overwogen en zoo veel mogelijk, tot klaarheid gebragt, ten einde alleen, gegrond op de uitkomst die daardoor zou worden opgeleverd, te kunnen beslissen, welke rigting aan het verder behandelen en vervolgen van dien zal moeten worden gegeven.
Terwijl in dien geest, ik van Uedg: verzoek, nader meer gemotiveerd rapport te mogen ontvangen, omtrent de voorgedragen aanklagten, en hetgeen daarop door den aangeklaagden wordt in het midden gebragt, met zulke omstandige en gegronde beschouwingen, nopens het een en ander, als noodig blijven om te kunnen beoordeelen, langs welken weg, de beeindiging der zaak, zal moeten worden bewerkt en verkregen.
Aan den
Adsistent Resident van Lebak
De Resident van Bantam.
Wiggers.