[Bijlage II
Missive van 26 oktober 1852 inzake karbouwroof]
Bijlage II
Klerkenafschrift van een missive, door de Resident van Bantam op 26 oktober 1852 gezonden aan de Assistent-Resident van Lebak. Antwoord op de vorige missive. De tekst is geschreven op de vierde bladzijde van hetzelfde dubbele vel folio. (M.M.)
Afschrift
No. 1515
Bijl: Diverse
Serang, den 26e October 1852.
Onder wederzending van de mij bij uwe missive van den 14 Junij No. 104, geworden stukken, behelzende klagten tegen den inlander Kiat, Loera van Bodoer onder Paroengkoedjang, heb ik de eer Uwedg. alsnu te magtigen om genoemden Kiat na ontslagen te zijn, uit zijnen post van Dessa-hoofd, te laten verblijf houden op de hoofdplaats van uwe afdeeling en zulks even als er meer anderen aldaar gevestigd zijn, onder het toezigt der policie.-
Tot deze afdoening der onderwerpelijke zaak, ben ik moeten overgaan, op grond van hetgeen mij ten dien aanzien nader is gebleken, bij het meer omstandig nagaan en onderzoeken van het voorgevallene, tijdens ik mij onlangs ten uwent bevond, terwijl de voorgebragte beschuldigingen ook uit aanmerking van dien, moeten worden geoordeeld van zulken aard te zijn, dat eene geregtelijke vervolging daarvan, tot geen gewenscht resultaat zou hebben kunnen leiden.-
De Resident van Bantam
(w.g.) Wiggers.
Aan
Den Adsist. Resident van Lebak.