Heeft goedgevonden:
1o. aan den rekestrant, bij extrakt dezer, te kennen te geven: dat de Nederlandsche Handel Maatschappij te Amsterdam, ten gevolge van zijnen aanstaanden terugkeer naar Oost-Indie, wordt gemagtigd om zijn verlofstraktement ad f2700. - 's jaars, nu reeds tot en met den laatsten Februarij 1855 (met inbegrip van vier maanden voorschot) aan hem betaalbaar te stellen, onder inhouding van 2% als bijdrage ten behoeve der burgerlijke pensioenen - en van 8% wegens kontributie voor het Civiele Weduwen en Weezenfonds in Nederlandsch Indie, zoo mede onder korting, overeenkomstig de beschikking van 7 Oktober 1854 La A. No. 27, der som van f360. -, waarmede hij door de Algemeene Rekenkamer in Nederlandsch Indie, bij besluit van 7 September 1852 No. 82, als gewezen Sekretaris van Menado, is belast geworden.
2o te schrijven:
a. Aan de Nederlandsche Handel Maatschappij.
De oost-indische ambtenaar met verlof E. Douwes Dekker, voornemens zijnde om eerlang de terugreis naar Nederlandsch Indie te ondernemen, heb ik de eer der Maatschappij te verzoeken om diens verlofstraktement, groot f 2700 's jaars, waartoe onder anderen betrekking had mijne missive van 6 Mei 1854 La A No 6, al dadelijk, met inbegrip van vier maanden voorschot, betaalbaar te stellen tot ultimo Februarij 1855, onder inhouding van 2% ten behoeve der burgerlijke pensioenen - en van 8% voor het Civiele Weduwen en Weezen fonds in Nederlandsch Indie, zoo mede onder korting der som van f360. - waartoe betrekking hadden mijne brieven van 4 en 7 Oktober 1854 La A Nrs 1 en 27.
b. Aan Zijne Excellentie den Gouverneur Generaal van Nederlandsch Indie.
Als een vervolg op mijne missive van 6 Mei 1854 La A No 6/323, heb ik de eer Uwer Excellentie kennis te geven, dat de Oost-indische ambtenaar E. Douwes Dekker, laatstelijk adsistent-resident, tevens magistraat, te Amboine, mij zijn voornemen heeft medegedeeld om eerlang de terugreis van verlof naar Nederlandsch Indie te aanvaarden.
Dien ten gevolge heb ik, bij mijne beschikking van heden, orde