[31 oktober 1854
Rekest van Dekker aan de Minister van Koloniën]
31 oktober 1854
Rekest van Dekker aan de Minister van Koloniën. Eén bladzijde gezegeld papier (Algemeen Rijksarchief, 's-Gravenhage. Fotokopie M.M.)
Aan Zijne Excellentie den Heere Minister van Kolonien te 's Gravenhage.
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen Eduard Douwes Dekker, Oost Indisch ambtenaar met verlof in Nederland;
Dat het hem in Indie verleend en door Uwe Excellentie met zes maanden verlengd verlof op ultimo februarij van het volgend jaar zal verstreken zijn;
Dat diensvolgens het tijdstip dáár is dat hij zich gereed moet maken naar Indië te retourneren, zijnde hij daartoe reeds in onderhandeling over een scheepsgelegenheid derwaarts;
Dat hij ter regeling zijner zaken gaarne hier te lande zoude wenschen te ontvangen zijn verlofstractement over de maanden November, December 1854 en Januarij en februarij 1855;
Reden waarom hij Uwer Excellentie eerbiedig is verzoekende zulks wel te willen vergunnen en de regeling dier betaling te gelasten tegelijk met het verlofstractement van den adressant over de heden geexpireerde maand October.
Hetwelk doende
Douwes Dekker
's Gravenhage 31 October 1854.