te blijven, en in dat geval zoude ik veel over het hoofd hebben gezien, - maar zoo als het nu ging, weet ik niet wat ik er van denken moet. Ik was nml. van plan om toch binnen eenigen tijd naar Batavia te gaan maar niet op die wijze, en dan had ik toch terug kunnen komen -
Ik weet nog niet zeker of ik hier zal blijven of naar Batavia gaan. Er is eene vacature te verwachten van 1e kommies bij de Directie der Kultures. Ik zal er om vragen, - doch slechts zeer flaauw, want ik wil niet bidden om iets wat mij toekomt. Ik verzeker U dat ik, wanneer het niet was om spoedig te kunnen trouwen, om niets vragen zoude. Maar nu, mijne lieve, zal ik doen wat ik kan, want er is mij te veel aan gelegen.
De koelie heeft mij geen stang gebragt, ofschoon er op den brief stond: met een pakje.
Tot nog toe heb ik niet zoo veel aan U kunnen schrijven als ik wel wilde, omdat ik mijn eigen baas niet ben. Daar ik nu bij Crone logeer moet ik er mij wel in schikken er naar te luisteren als hij mij met zijne onbeduidende gesprekken verveelt. De menschen begrijpen niet hoe onaangenaam het is zooveel nonsense aantehooren als men andere dingen in het hoofd heeft. Heden (Zondag) ben ik geen oogenblik van hem ontslagen geweest, en van avond was het hombre. Daarbij heb ik nog altijd hoofdpijn, en ik heb mij nog tot schrijven gezet omdat de koelie morgen ochtend vertrekt, en ik dus een brief aan U wilde medegeven. Nu ga ik echter slapen, mijne lieve, na U nog eerst gezegd te hebben dat ik U innig, innig liefheb, en onophoudelijk aan U denk. Vertrouw daar vast op, mijne lieve beste Everdine. Ik heb nog geene koelies kunnen krijgen om mijn goed te laten halen. Ik zal trachten morgen, maar de Ass. Rest. zegt dat hij wel koelies kan geven om goed te brengen maar niet om te halen, - hoe kinderachtig! - Ik ben natuurlijk om mijn goed verlegen, want ik had slechts weinig medegenomen. Crone is goed en vriendelijk, maar ik verveel mij doodelijk in zijne discoursen. Bovendien houd ik niet van Buitenzorg. - Goeden nacht, lieve Eefje!
19 Januarij. De koelie staat te wachten, - echter niet op mij, maar op spijkertjes welke v.d. Hucht aan Crone verzocht heeft. Het