Volledige werken. Deel 8. Brieven en dokumenten uit de jaren 1820-1846
(1954)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 20-21]
| |
[pagina 22]
| |
Engel Douwes Dekker, Eduards vader, is van december 1800 tot maart 1807 leerling geweest van de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam. Kort daarna moet hij in Zaandam in kennis zijn gekomen met Sytske Klein; zij en ook haar zuster Antje hebben daar van 1806 af verblijf gehouden. De reden is onbekend. De ouders Klein hebben waarschijnlijk altijd op Ameland gewoond; in ieder geval zijn Engel Douwes Dekker en Sytske Klein daar getrouwd, en hebben zij er zich metterwoon gevestigd. Wellicht bood Ameland in de Franse tijd meer vrijheid en meer kans op verdienste, dan de Zaanstreek. Volgens Multatuli zijn z'n ouders tijdens het Continentale Stelsel aan de kost gekomen met smokkelhandel op Helgoland. Omstreeks 1817 echter vestigden zij zich in het hartje van Amsterdam, dicht bij het IJ. Er waren toen drie kinderen. In 1818 werd een vierde kind geboren, Antje, dat echter maar twaalf dagen heeft geleefd. Van de naam Douwes Dekker is het eerste deel eenvoudig een vadersnaam, de genitief van een mannelijke voornaam; het tweede deel, van oorsprong een beroepsaanduiding, komt van Eduards grootmoeder. De combinatie treedt eerst op bij Eduards vader, maar nog zó weinig als dubbele achternaam, dat van geen der kinderen de geboorte-akte méer vermeldt dan: Dekker. Kennelijk is met de stijgende welstand er een stijgend standsbesef ontstaan, waarvan de dubbele naam éen der uitingsvormen is geweest. G.S. |
|