| |
| |
| |
Nota
Bij de verwijzing naar uitgaven waaraan teksten moesten worden ontleend, is gebruik gemaakt van de volgende verkorte aanduidingen:
Brieven I: Brieven van Multatuli. Bijdragen tot de kennis van zijn leven. Gerangschikt en toegelicht door Mevr. Douwes Dekker, Geb. Hamminck Schepel. Amsterdam - W. Versluys. 1891. Eerste periode. Tot 1846.
De originelen, voor de publikatie van dit werk gebruikt, zijn behoudens een enkele uitzondering niet teruggevonden. Onderzoekingen inzake het probleem waar, wanneer, waarom en door wie zulke onvervangbare dokumenten zijn vernietigd, hebben geen enkel resultaat opgeleverd. |
Brieven II: idem. Amsterdam - W. Versluys (z.j.) Vervolg Eerste periode. 1846-1859.
De originelen, voor dit werk gebruikt, zijn vrijwel compleet teruggevonden en thans bezit van het Multatuli-Museum. |
Brieven WB I: Multatuli. Brieven. Bijdragen tot de kennis van zijn Leven, gerangschikt en toegelicht door M. Douwes Dekker-Hamminck Schepel.
Tweede, herziene Uitgaaf. Eerste deel 1912. Uitgegeven door de Maatschappij voor goede en goedkoope Lectuur - Amsterdam. |
Brieven WB II: idem. Tweede deel.
Dit boek en het voorafgaande zijn in wezen herdrukken van Brieven I en II, zij het met ondergeschikte wijzigingen. De eerste editie echter is gedrukt met gebruikmaking van de originelen zelf, de Brieven WB uiteraard niet. Ofschoon bij ontleningen de bladzijden van de beide edities worden opgegeven, is de tekst vrijwel steeds afgedrukt overeenkomstig de vroegste publikatie. |
| |
| |
Bescheiden 1900: Officiëele Bescheiden betreffende den dienst van Multatuli als Oost-Indisch ambtenaar, uitgegeven door P.M.L. de Bruijn Prince. Jogjakarta, Firma H. Buning. 1900. |
Bescheiden 1908: Exemplaar, berustende in het Multatuli-Museum, van de nimmer in de handel gebrachte, vermeerderde heruitgave der Bescheiden 1900, slechts bevattende de bladzijden 190-320, waarop stukken uit de jaren 1846-1856.
Op het schutblad heeft de heer De Bruijn Prince aangetekend: ‘voor de tweede maal in 1908 vergeleken met de bescheiden berustende in 's Lands Archief te Weltevreden door mijn schoonzoon H.U. Schleurholtz Boerma’. |
Bescheiden 1910: Officiële Bescheiden betreffende de dienst van Multatuli als Oost-Indies ambtenaar. Uitgegeven door P.M.L. de Bruyn Prince. Tweede vermeerderde druk. Max Havelaar op de westkust van Sumatra. Amersfoort G.J. Slothouwer 1910.
Uitsluitend op dit boek berust de dokumentaire kennis omtrent Dekkers verblijf te Natal (1842-'43) en te Padang (1843-'44). De Bruijn Prince heeft echter maar een klein gedeelte van zijn stukken zelf gezien en gekopieerd; de meeste zijn hem, blijkens zijn Voorrede, als afschriften ter hand gesteld. Een deel van deze afschriften werd niet naar de eigenlijke missives genomen, maar naar de minuten; een ander deel betrof teksten die zelf reeds ambtelijke kopieën - en soms kopieën van kopieën - waren van autentieke missives. Ofschoon uit vergelijking van de data en de briefnummers blijkt dat niet alle details even nauwkeurig zijn overgenomen, wekt het materiaal toch de indruk van betrouwbaarheid, hoewel tevens van onvolledigheid. Van de autentieke stukken is ons niets bekend, ook niet in fotokopie; ze moeten thans, voorzover onze inlichtingen strekken, wel voor het overgrote deel als verloren worden beschouwd.
Het boek van De Bruijn Prince is ingedeeld naar de archieven waar de stukken zich destijds bevonden (Natal, Padang, Batavia) en onderverdeeld naar bepaalde onderwerpen als pakhuisadministratie, kas, in- en uitvoerrechten, enzovoort. Welk nut zo'n systeem ook mag hebben, de bezwaren overwegen sterk. Overeenkomstig de opzet van onze publikatie is het
|
| |
| |
materiaal van De Bruijn Prince nu geheel in chronologische zin geordend, hetgeen dus ook inhoudt dat een missive die ons slechts in kopie-vorm als bijlage van een latere brief bekend is, werd opgenomen op de oorspronkelijke datum. Dit materiaal echter bevat behalve de vele stukken ván Dekker, ook talrijke aan hem en over hem. Daar voor een goed verstaan van de verwikkelingen, waarin hij zich tenslotte bevond, ook déze gegevens onmisbaar zijn, werden zij deels in extenso overgenomen, deels fragmentarisch geciteerd, deels beknopt samengevat, met dien verstande dat iedere tekst van Dekkers hand volledig is herdrukt, terwijl ook van het overige materiaal iedere tekst in enigerlei vorm is gebruikt en vermeld. |
Pleidooi: E. du Perron: Multatuli. Tweede pleidooi. Beschouwingen en nieuwe Dokumenten. A.C. Nix en Co - Bandoeng. Burgersdijk en Niermans - Leiden mcmxxxviii. |
Werken: Multatuli, Volledige Werken I-VII. G.A. van Oorschot, Amsterdam 1950-1953. |
De aandacht wordt voorts gevestigd op de navolgende punten:
Dekker - Aangezien dit eerste deel van de Brieven en Dokumenten geheel behoort tot de periode voordat Eduard Douwes Dekker optrad als Multatuli, wordt met vermijding van deze schrijversnaam gebruik gemaakt van de aanduiding Dekker, uiteraard behoudens enkele plaatsen waar de volle naam is verkozen. |
Tine - Kortheidshalve wordt Dekkers eerste vrouw, Everdina Huberta Baronesse van Wijnbergen, overeenkomstig het gebruik in alle Multatuli-publikaties hier stelselmatig vermeld als Tine. |
Mimi - Op dezelfde gronden wordt Dekkers tweede vrouw, Maria Frederika Cornelia Hamminck Schepel, uitsluitend vermeld als Mimi. |
M.M. - Afkorting voor Multatuli-Museum, de collectie handschriften, boeken en curiosa van het Multatuli-Genootschap. Wanneer van een autentieke tekst gebruik is gemaakt, wordt geen enkele eerdere publikatie vermeld. |
| |
| |
Typografie - In de afgedrukte teksten is geen poging gedaan om het origineel met typografische middelen na te bootsen. Bij akten van benoeming zouden acht à tien lettertypes nodig zijn geweest, zonder dat het resultaat de vergelijking met een eenvoudig facsimile zou kunnen doorstaan.
Onderstreping of dubbele onderstreping van bepaalde woorden of zinnen is weergegeven door cursieve druk, echter niet bij de officiële stukken waar de onderstreping niets anders is dan een typisch ambtenarengebruik van de negentiende eeuw. Ook bij teksten, die ontleend moesten worden aan oudere publikaties, is cursivering en spatiëring in deze gevallen dus achterwege gelaten.
De ij, door Multatuli later althans in zijn gedrukte werken steeds vermeden, en vervangen door de y, komt in de autentieke stukken algemeen voor, al zijn er zonder regelmaat talrijke gevallen waar de punten ontbreken. In de weergave is door ons geen verschil gemaakt: overal staat dus nu de ij, ook in teksten die ontleend moesten worden aan vroegere publikaties waar men systematisch de y had gebruikt.
De interpunctie in Dekkers brieven beperkt zich niet tot de gewone tekens, maar bevat ook streepjes, series van streepjes, krassen bij de kantlijn, en dergelijke. Wat de punten betreft, is iedere reeks, ongeacht het aantal, weergegeven door drie punten. Wat de streepjes betreft, is iedere reeks weergegeven door twee streepjes. In sommige gevallen werd een kras bij de kantlijn vervangen door een interlinie; meestal echter leek zo'n aparte aanduiding van de nieuwe alinea ons overbodig. |
|
|