Volledige werken. Deel 8. Brieven en dokumenten uit de jaren 1820-1846
(1954)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 7]
| |
[pagina 9]
| |
Tussen de voorafgaande zeven delen Werken van Multatuli, die zijn litteraire arbeid bevatten, en dit achtste deel waarin de reeks Brieven en Dokumenten een aanvang neemt, bestaat een fundamenteel verschil. Het materiaal voor de Werken was samengesteld uit alle drukken en herdrukken die tijdens het leven van de auteur verschenen waren, en voorts een klein aantal handschriften. In deze teksten kwamen vier spellingen voor: die van Siegenbeek, die van Multatuli-zelf (omstreeks 1865), die van De Vries en Te Winkel, en tenslotte nog een Multatuliaanse variant daarop. Eenzelfde werk heeft in drie drukken soms drie verschillende schrijfwijzen, en bovendien honderden varianten in de stijl. Moet men nu de eerste druk kiezen, de laatste, de middelste? De ene is even autentiek als de andere. Ze allemaal compleet te geven, met alle varianten, betekent het scheppen van een wetenschappelijk apparaat, zó omvangrijk dat Multatuli-zelf er achter verdwijnt. Daarom werd van elk geschrift, na zorgvuldig stilistisch en litterair-historisch onderzoek, éen druk gekozen; deze tekst werd verrijkt met kennelijke verbeteringen uit alle overige drukken en zo mogelijk ook uit het handschrift; tenslotte werd het aldus verkregen werk overgezet in de thans geldende spelling. Tot dit laatste achtten wij ons des te eer gerechtigd, omdat de tegenwoordige schrijfwijze met die van Multatuli's eigen voorkeur in verrassende mate overeenstemt. Maar bovendien: door deze werkwijze gaat er niets autentieks te loor. Wie een speciale studie wil maken van bepaalde problemen bij enig auteur, zal altijd in de eerste plaats gebruik moeten maken van de oude drukken zelf; een verzamelde editie, hoe verantwoord en geleerd ook, kan als een onmisbaar hulpmiddel dienstig zijn, maar de oorspronkelijke gegevens overbodig maken kan zij nooit. Bij de Brieven en Dokumenten evenwel ligt de zaak geheel an- | |
[pagina 10]
| |
ders: hier is maar éen tekst origineel, en deze tekst bestaat maar in éen exemplaar. In wezen zou dan ook een volledige reeks fotokopieën, aangevuld met een bescheiden commentaar, de meest ideale manier van uitgeven zijn. Bij een gedrukte publikatie dient men zich derhalve ten uiterste in te spannen om deze ideale manier zo dicht mogelijk te benaderen. Streeft men bij Multatuli echter naar volledigheid en autenticiteit, dan stuit men op onvermoede en onoplosbare moeilijkheden. Van de duizenden brieven, door hem geschreven, zijn er wellicht niet meer dan evenzovele honderden bewaard; zij bevinden zich in verschillende openbare archieven en bibliotheken, waarvan de collectie, genaamd het Multatuli-Museum, wel de belangrijkste is, en voorts in particulier bezit, bekend of onbekend. Een groot aantal ervan is afgedrukt in de vele uitgaven die er sinds 1890 zijn verschenen. Zoals bij nauwkeurige vergelijking met de handschriften blijkt, zijn deze uitgaven echter naar wetenschappelijk begrip deels geheel onbetrouwbaar, deels onvolledig, en haast nooit zowel betrouwbaar als compleet. Het spreekt vanzelf, dat onze nieuwe editie in principe slechts gebruik maakt van de autentieke stukken, en deze onverkort en ongewijzigd weergeeft. In de vroegere boekuitgaven echter blijken teksten voor te komen, waarvan de originelen ook bij stelselmatige nasporingen niet zijn teruggevonden. Aangezien daardoor de vergelijking onmogelijk is geworden, kan men niet bepalen met welke graad van nauwgezetheid zij destijds werden afgedrukt. Het zou even ontoelaatbaar zijn, ze thans weg te laten, als ze geheel autentiek te achten. De verantwoordelijkheid moet uiteraard ten volle blijven rusten op hen, die destijds de publikatie hebben verzorgd. Om duidelijk aan te geven, dat er van zulk een brief geen origineel binnen ons bereik was, is niet enkel de plaats vermeld waaraan de tekst is ontleend, maar werd bovendien de datum door een sterretje gemarkeerd. Tegen het verlies, althans vermoedelijk, van enkele tientallen uit vroegere publikaties bekende brieven, staat echter het terugvinden van enige honderden, nog geheel onbekende. Daartoe in staat gesteld door subsidies van het Ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, heeft de conservator van het Multatuli-Museum, de heer Henri A. Ett, in de afgelo- | |
[pagina 11]
| |
pen jaren driemaal een onderzoek kunnen instellen naar de nog verspreide Multatuliana in binnen- en buitenland. Het resultaat is even rijk als verrassend geweest en wettigt een systematische research op litterair-historisch gebied, speciaal ten aanzien van andere negentiende-eeuwse auteurs. Gehele reeksen brieven en dokumenten zijn aan het licht gebracht, waarvan verreweg de meeste door de bezitters belangeloos werden afgestaan aan het Multatuli-Museum. Het zij mij vergund zowel de Rijksoverheid als deze milde gevers hiervoor van harte dank te zeggen. Maar tevens doe ik een dringend beroep op de eigenaars van nog onbekende of nog ontoegankelijke Multatuliana om ook hun bezit ter beschikking te stellen, opdat het een plaats vinde in deze nieuwe, strikt chronologische, strikt objectieve en naar volledigheid strevende uitgave. Sinds E. du Perron in het najaar van 1939 mij vroeg met hem tezamen een complete Multatuli te verzorgen, heeft dit grootse, veel vergende plan mij nooit meer losgelaten, al ben ik door de tijdsomstandigheden meer dan eens gedwongen geweest, de arbeid te onderbreken. Dank zij de medewerking van de heren Henri A. Ett, Dr. H.H.J. de Leeuwe, P. Spigt en aanvankelijk ook de heer F.E.A. Batten, en gesteund door een subsidie van de Stichting voor Zuiver Wetenschappelijk Onderzoek, heb ik nu de voor-multatuliaanse periode in het leven van Eduard Douwes Dekker kunnen reconstrueren, voorzover het materiaal reikt. Niet enkel door de vele gegevens die tot nu toe onbekend waren, maar ook als totaliteit heeft dit eerste paar dokumentaire delen mij telkens weer verrast. Dieper dan ooit ben ik mij thans ervan bewust hoe zeer de chronologische ordening onmisbaar is bij elke historische en dus ook bij elke biografische studie. De inleidingen van mijn hand hebben enkel een oriënterende bedoeling. Alleen bij de periode-Padang heb ik enige polemiek onvermijdelijk geacht. Multatuli was, en is nog steeds, een omstreden figuur. Of het geschil door deze publikatie zal worden beslecht, staat te bezien. Maar indien de argumenten pro en contra voortaan worden ontleend aan alleszins betrouwbaar materiaal, is er al veel gewonnen, voor Multatuli misschien, voor waarheid en wetenschap zeker. G. Stuiveling |
|