Onafgewerkte blaadjes
Van enige onbekenden
Mejuffrouw!
Sedert lang hebbende uitgezien naar een gelegenheid om met UWED in aanraking te komen, zag ik my door onbekendheid met Uw adres gedurig in dien wens teleurgesteld. Ten einde raad waag ik het nu dit schryven zonder adres op de post te doen, in de misschien ongegronde hoop dat enig gelukkig toeval UWED in het bezit daarvan stellen zal. Uw hulp, Mejuffrouw, is my onontbeerlyk. Moge dit tot verschoning strekken van de stoutheid waarmede ik die beleefdelyk inroep.
Vergun my, de moeilykheid waarin ik verkeer, enigszins uitvoerig te behandelen, opdat het UWED blyken moge hoe onberispelyk stevig de grondslagen zyn waarop myn wanhoop berustende is.
Ter zake dan. Hy is lui, pedant en ziekelyk. Dat hy in het min gewenst bezit van deze eigenaardigheden verkeerde, moet UWED, naar ik gissen durf, sedert vele jaren bekend zyn. Van lieverlede evenwel heeft hy zich veroorloofd daarby een nieuwe kwaal op te doen, die nauwelyks minder afkeurenswaardig is: hy wordt oud. Boven en behalve dat alles - alsof het nog niet genoeg ware, Mejuffrouw! - misschien moest ik zeggen ten gevolge van dat alles: hy houdt zyn woord niet.
Alsnu van een handelsvriend vernomen hebbende, dat UWED gewoon is zich met 's mans zaken in te laten, neem ik de vryheid U van een en ander kennis te geven, met vriendelyk maar dringend verzoek, het nodige te verrichten om Uw pupil op den goeden weg te brengen. Van myn oprechte dankbaarheid kan UWED zich verzekerd houden, en ik heb de eer met alle achting te zyn
de onbekenden.