Tik, tik, zei de klok. Ja juist, zoiets voelde hy in al z'n leden. Geen Demosthenes kon 't juister uitdrukken.
Er werd gescheld. Met z'n gewone zucht om te helpen opende Wouter de deur. De meid die niet zeer spoedig en zonder haast kwam aansloffen, bedankte hem in 't minst niet. Wouter mocht getuige zyn van haar verzekering dat ze geen schuurzand nodig had - want het was 'n trafikant in dit handelsartikel, die zich aanmeldde - en dit verschafte hem wat afleiding. Hy hoopte dat men nog eens schellen zou.
Waarlyk dit geschiedde, en zelfs nog geen vol kwartier daarna. Een melkboer! Deze verhaalde iets aan de meid over 't weer, en Sientje was van zyn gevoelen, maar zei er by dat mevrouw niet tevreden was over z'n melk, waarop de man iets antwoordde. 't Onderhoud was... zeer onderhoudend, maar voor Wouter wat kort. Tik, tik, zei de klok weer.
Nog andere mensenvrienden kwamen by lange tussenpozen de welsprekendheid van die klok afbreken, en Wouter had ze wel willen kussen. Heel eindelyk schelde de barbier. Ook deze werd uitgenodigd te wachten tot ‘m'nheer óp zou zyn’.
- Dat doe-n-ik niet, zei de man. Ik kan al m'n andere klanten niet laten wachten op één van 'n stoter in de week!
En hy ging. Wat 'n brutale barbier! Zeker, 't was afkeurenswaardig. 't Was ruw, ongemanierd... o ja! Maar toch betrapte zich Wouter op de verzuchting:
- Och, misschien zou 't beter voor me zyn, barbier te worden dan in den handel te blyven.
De ondankbare! Juist immers toen hy zich aan dezen wreveligen indruk overgaf, vernam-i schreden van iemand die in 't achtereind van den gang den trap scheen af te komen. De Heer was naby, of... de jongeheer Pompile toch. Hy vertoonde zich in z'n kamerjapon, en werd Wouter gewaar.
- Ah... zo? Ja, juist! Je bent daar? Heel goed! Wilkens heeft je zeker gezegd... heel goed, heel goed! Weet je wat je doet? Je moet zo goed wezen... even te wachten.
M'nheer Pompile verdween in de suite, en de klok was weer aan 't woord.
Had Wouter maar niet zo'n pyn in z'n lenden gehad, hy zou wel in staat geweest zyn, gedachten te borduren op 't kanevas