kunnen te weten komen hoe slecht het afloopt met ondeugendheid? Willem zei dat die Scylla om haar boos gedrag door de goden veranderd werd in 'n roofvogel...
Deze straf kwam Wouter wat licht voor. Hy vond de betrekking van duif beter voor 't meisje geschikt. Dan kon ze geplukt worden op háár beurt...
Zo goed mogelyk luisterde hy naar de gesprekken om hem heen. De graad van belangrykheid der opmerkingen die hy hoorde maken, herinnerde hem enigermate aan de godzaligheid van pater Jansen, die hem zo erg was tegengevallen. Al die voorname heren zeiden óf gewone dingen, óf erger. De Holsma's waren de enigen die niet spraken. Eens slechts hoorde hy Oom Sybrand die naar 'n loge wees, iets zeggen, en 't kort gesprek dat daaruit voortvloeide:
- Ik denk dat ze dáár zitten zal... áls ze komt!
- 't Zou me leed doen, als ik m'n kleinen Erik had alleen gelaten voor niemendal, antwoordde mevrouw Holsma.
- Nu, Femken is vertrouwd!
- O ja! Maar 't drukt me dat ik hier zit, terwyl m'n kind ziek is. Lang wacht ik niet op haar...
- 't Is de vraag, of ze gelyk komt met de anderen. Ik hoorde zeggen dat ze veel luimen heeft, en die altyd involgt. Aan etikette stoort ze zich niet. Dat schynt in 't bloed te zitten.
- Als ze 'r om tien uur niet is, ga ik heen. Héél veel belang stel ik niet in de zaak...
De betekenis van dit gesprek hield Wouter maar weer kort bezig. Hy had ternauwernood tyd zich de vraag voor te leggen, wie toch wel de persoon wezen kon, die oorzaak scheen te zyn dat mevrouw Holsma tegen haar zin het ziekbed van den kleinen Erik verlaten had.
Een grote beweging in de zaal, dwong tot aandacht. Men hoorde een ogenblik haastig schuifelen... alles rees op, en bleef ditmaal staan...
Een... Keizer of zo-iets, betrad de koningsloge. Wouter zag er weinig van. Hy hoorde fluisterend behandelen wat er geschiedde. Z.M. was haastig naar den voor hem bestemden fauteuil gestapt, niet zonder 'n paar stoelen omver te lopen, die hem in den weg stonden...