me zou overeind gebleven zyn, en - voor 't byna ondenkbaar geval dat-i notitie van de zaak had genomen - hoogstens gevraagd hebben: of zy zich bezeerd had?
Het kan den lezer die enigszins op de hoogte van z'n tyd is, bekend zyn dat de wereld niet verging, en dat er op dien vrydagnacht naar oude gewoonte 'n zaterdag volgde, die ook alweer niet de laatste van z'n soort is gebleven.
Wouter vergaf aan de zon dat zy opging, aan de Botermarkt dat ze Botermarkt heette, aan den porder dat-i porde, aan den effectenman dat-i ‘in’ effecten was, hy vergaf alles aan allen omdat hy zich zo gelukkig voelde.
Toch kostte het hem enige moeite, overtuigd te blyven dat het gebeurde geen droom was. Dit noopte hem zich de geschiedenis van de vyf laatste uren herhaaldelyk voor te zeggen, om verzekerd te zyn dat nergens 'n gaping was, zoals die welke men gewoonlyk in gewrochten der verbeelding aantreft. De slotsom was bevredigend, maar toch... hoe jammer, nietwaar, dat-i niet een van die vingers had kunnen meenemen - de pink was genoeg geweest, die lieve pink! - als tastbaar getuigenis van 't gebeurde. Femke mocht oppassen, als-i ooit weer haar hand aan z'n lippen voelde!
Doch neen, ook zonder zo'n verslindende zorg voor 't bewaren van 'n tastbaar blyk... 't was wáár! Hy had haar hand gekust, zy had hem ‘broeder’ genoemd. Geen onverschilligheid van zon, straatstenen, porders of effectenlui, kon daaraan iets veranderen. Ga je gang, zon! Rys of daal naar verkiezing, als je dan onvatbaar bent voor den triumf van 't allerheerlykste. Die ongevoeligheid zal niets veranderen aan het feit...
Maar... mocht-i dan eigenlyk dat feitje wel voor zo héél belangryk houden? En waarom toch? Had niet, lang geleden reeds, diezelfde Femke hém 'n kus gegeven, en toen geheel uit eigen beweging? En... die nieuwe broerschap? Eilieve, waarom zou dit nu op eenmaal meer beduiden dan de oude betrekking van ‘vrindje’ waarop hy altyd zo had aangedrongen, en die hem nooit geweigerd was?
Hy begon te vrezen dat-i zich tevredener gevoeld had, dan-i redenerender-wyze kon verantwoorden. Hierop rekende hy zich de creditposten van z'n geluk voor - men bedenke dat-i ‘in