voor zekere indrukken. In elk ander tydsgewricht van z'n leven, na ándere voorbereiding, op 'n ándere plaats, en te-midden van ándere omgeving, zou 't nachttoneeltjen in die vuile herberg, waarby Wouter 'n hoofdrol speelde, hem veel minder sterk hebben aangegrepen. Tot zelfs de nawerking van Fockinks likeur - zo ontzenuwend anders! - verhoogde het schynbaar of wezenlyk gewicht der zaak. Juist de uitputting die op zulke opwekkingen volgt, had hem tot buitengewone krachtsinspanning gedwongen, toen-i zyn Femken in gevaar meende te zien. En opnieuw voelde hy zich vernietigd na 't ondergaan der blyken van haar verachting. Wie dáár niet bezweek, moest zéér veel veerkracht ontwikkelen, en deze ontwikkeling zelf was 'n oefening in kracht. Na Fockink, het dringen door die menigte! Na die inspanning weer, haar... glimlach aan 'n ander, haar verachting voor hém! Toen had-i geschreid als 'n kinderachtig jongetje, hy die even tevoren zich dapper geweerd had als 'n man. En, ná deze reeks van Rückschläge en défaillances - ik zoek 'n goed hollands woord voor de hier bedoelde moed-smorende ontkrachting - na dit alles hield z'n gebogen ziel spankracht genoeg over, om hem weg te slingeren uit z'n donkeren schuilhoek en, neervallend voor Femke's voeten, haar te bezweren: ‘Femke, Femken, ik ben hier... ik, Wouter! Om godswil, ga met die vreemde mannen niet mee!’
Dát was het! Dáárom voelde hy zich zo gelukkig.