heel echter was de door my bedoelde voorganger van één dag, slechts de uitdrukking van z'n tyd, een der trompetten waarop de logica der feiten 't mondstuk zet.
Voorlopig echter wil ik dit voorbyzien. Hy oefende groten invloed uit, en is in zekeren zin één der hoofdbewerkers van 't hedendaags materialismus, geenszins in theologischen zin - j'en suis! - maar in zedelyke en artistieke betekenis. Ik bedoel het materialismus der geldmakery, en van de jacht op plomp genot.
De lezer zal aan 'n drukfout denken, of - met 'n krant die me dezer dagen onder de ogen kwam - menen dat ‘de oorlog met Atjeh me in 't hoofd geslagen is’ wanneer-i, na deze bewering, te weten komt dat de O!'s en Ach!'s waarmee ik zo-even 'n paar zinsneden verfraaide, aan dien schryver ontleend zyn. O- en Ach-auteurs en... materialismus?
Ja. O! Ach! en materialismus!
Om nu den lezer nog verder van den weg te helpen...
Reclame! Onder al de dertienhonderd millioen aardbewoners is niemand dan ik in staat hem er weer behoorlyk op te brengen. En alzo:
...om 't verband tussen die eenzame kluizenaars, halssieraden, peetschappen en trouwbeloften met materialismus, nog ontastbaarder te maken...
O!
...en den lezer te dwingen op myn bon plaisir te wachten voor-i den sleutel vindt, waarmee deze mysterie kan ontraadseld worden...
Ach!
...daarom hier 'n citaat uit onzen schryver. Men bedenke dat ik z'n boeken niet by de hand heb, en uit het geheugen aanhaal.
‘En zuchtte zy: Ergoteles,
Dan lispte hy: Theone!’
Zie-zo, m'n ‘knoop’ is gereed! De lezer is nu wel genoodzaakt m'n schryfheld onder verzenmakers te zoeken: éérste dwaling. Hy moet hem voor 'n graecus houden: Ergoteles... ἔργον! Theone... θεός! Dit is duidelyk, nietwaar? Zeer duidelyk, en de tweede dwaling. Hy was 'n schoolmeester, en plaatste 't woord: Ergoteles in de maat, om z'n leerlingen te waarschuwen tegen 'n