lectuur niet zó nadelig werkte, als met schyn van grond zou gevreesd zyn door iemand die de hoedanigheid van dit zaad op zichzelf beschouwd had. Ook de aanraking met dien Motto en 's mans zonderlinge klanten, had minder schadelyke gevolgen dan, oppervlakkig beoordeeld, had kunnen verwacht worden. Dóórdenkende over den invloed dien een-en-ander noodzakelyk op Wouters ontwikkeling maken moest, kom ik zelfs tot het besluit - er hoort moed toe! - dat deze invloed inderdaad gunstig geweest is.
Wouters gemoed was zacht, tot het zwakke, weke en ziekelyke toe. De omstandigheden waarin hy door de onverantwoordelyke slordigheid van z'n verwanten geplaatst werd, moesten hem óf neerbuigen en zedelyk vernietigen - en hierop scheen de kans het grootst! - óf... buitengewoon versterken. Een middelweg bestond hier niet. Ieder die - zonder nauwkeurige bestudering der eigenaardigheden van 't kind, maar overigens voldoend ingelicht - van de zaak had kennis gedragen, zou 't ergste gevreesd hebben, d.i. het gewone.
De verregaande zachtheid die aanvankelyk Wouters hoofdeigenschap uitmaakte, zo ruw gewreven tegen een der onbehaaglykste staaltjes van werkelykheid die de buitenwereld leveren kon, dreigde te bezwyken. Het moest schynen of z'n gevoel, na wat ziekelyk en onvruchtbaar tegenspartelen, na wat gesukkel met miskende gevoeligheid, zou worden verstikt, en daarmee de kiem van het goede. En dit zou dan ook 't geval geweest zyn, wanneer-i alleen zacht was geweest, niets dan zacht. Maar gelukkig bezat hy 'n andere hoedanigheid die hem staande hield, en waarby de in de meeste andere gevallen zo ongezonde romanlectuur hem dapper te hulp kwam. Wouter leefde maar voor 'n zeer klein deel met moeder, broers en den Weledelen heer Motto! Z'n ziel woonde elders, en nam deel aan den stryd dien z'n helden en heldinnen te voeren hadden. Zelfs was-i daarby altyd voorganger, aanvoerder, maarschalk en - alweer precies als in Afrika - koning. Meer nog, hy voelde zich de verantwoordelyke persoon, de deus ex machina van rechts- en plichtswege. By elk dreigend incident, by elke crisis, by elk gevaar dat deugd en eer kon te gronde richten, meende hy den angstkreet te verstaan: waar blyft Wouter?