1097.
Van Wouters mensenkennis mag ik niet veel goeds zeggen, maar wél breidde zich de kring van de mensen uit, met wie hy kennis maakte.
Het spreekt vanzelf dat dit laatste woord moet worden opgevat in allerlaagsten zin, daar hier van eigenlyke mensenkennis geen spraak is. Nog minder van menskunde.
Menskunde is - als aardryks-, werktuig-, ontleed- en andere kunde - een wetenschap. Waarschynlyk zelfs is zy de moeilykste, omdat ze zich niet persen laat in 'n van buiten te leren schoolsysteem. Men kan in dat vak geen docenten benoemen. Men kan er geen nummer van maken op de Series Lectionum. Men kan er geen examen in afnemen. Men kan er geen professoraat voor stichten. Men kan er 't budget niet by te pas brengen, en geen onbezoldigd ridderschap. De menskundige heeft zelfs geen aanspraak op 'n grafschrift. Immers... wát zou men daarin moeten zeggen?