Volledige werken. Deel 6. Ideeën, vierde bundel. Ideeën, vyfde bundel
(1952)– Multatuli– Auteursrecht onbekend
[pagina 51]
| |
Derde bedryf
Toneel: landelyke streek. Rechts 'n zeer geringe boerewoning, met uithangbord waarop 'n koe, en 't onderschrift: Zoete en zure room. Links 'n prieel. Enige herbergtafels en banken.
Louise. Koningin-Moeder. De Walbourg. Boerevrouw. Lakei.
Louise
tot den lakei
Het rytuig kan daarginder wachten.
Lakei af.
Hier
Is 't niet onaardig zitten... een prieeltje!
't Is kamperfoelie... geiteblaadjes. En...
Wat 's dát? Een koe van Potter? Kom, mama...
Wat dunkt u van een schotel room?
Koningin-Moeder
My wel!
De Walbourg gaat het huisjen in, en komt weldra terug.
Louise,
de banken in 't prieel reinigende
Wat is dat alles stoffig in den zomer,
Zo'n tafel en die banken... foei!
Men hoort den galm van 'n jachthoorn.
Koningin-Moeder
Wat 's dát?
De jacht?
Louise
Wel zeker! Toet, toet, toet... een hoorn!
Koningin-Moeder
Ik wist niet dat het jachtdag was vandaag.
Louise
Ja toch! Z'n Majesteit reed uit... Ik had
Zo graag hem heden willen spreken, maar
Het kon niet... om de jacht! Nu, later dan!
't Is wel verdrietig, al die drukte! 'k Zie
Den Koning zelden: altyd wat! En toch
Ik wou zo gaarne hem... Daar is de room!
| |
[pagina 52]
| |
Boerevrouw
Ja, room, juffrouwen, en een roompjen...
Louise
Is-i goed?
Boerevrouw
Niet om de dames te kleineren, maar ik zeg:
Een roompje als gy nog nooit gegeten hebt.
Die room is koningsroom.
Louise
Wel, inderdaad?
Dat treft!
Boerevrouw
Ik zeg je, koningsroom, juffrouw!
Want kyk, 't is een geschenk van onzen Koning!
We zyn maar arme lui, dat zie je wel,
En hadden maar één koe. Het beestje stierf,
En zie, de Koning...
Jachthoorn.
Hoor, daar is-i juist!
De Koning die veel jaagt in deze buurt,
Komt op een goeien dag, en hoort het...
Louise
George!
Boerevrouw
Ja, Koning George, zeker! Anders wie?
Hy hoort het, en den dag daarop...
Louise
Myn George!
Boerevrouw
...zendt hy een koe... een prachtstuk van een koe!
En daarom zeg ik: koningsroom, juffrouw.
Louise wist 'n traan af.
Wat scheelt die dame?
Louise
Niets... een duizeling.
Je hebt gelyk: die room is koninklyk!
En daarom... zie, hy brengt je zegen.
Boerevrouw
Goud?
Ik kan niet wisslen, dames.
Louise
Neen, o neen!
Behoud het als geschenk van onzen koning.
Boerevrouw
't Is waarlyk al te veel! Ik dank u meer
Dan ik kan zeggen.
| |
[pagina 53]
| |
Louise
En ook ik, ik dank
Je meer dan ik kan zeggen... voor je room!
Ga, ga nu, maak je kindren bly.
Boerevrouw af.
O, Moeder,
Dat deed myn George!
Koningin-Moeder
Ja z'n hart is goed,
Wanneer maar niet...
Louise
Z'n hart, z'n edel hart!
Von Schukenscheuer - jachtkostuum - met 'n papier en potlood in de hand, vertoonde zich sedert enige ogenblikken op den achtergrond.
Vorigen in 't prieel. Von Schukenscheuer, langzaam en op z'n potlood bytend, naar den voorgrond tredende. Later Boerevrouw.
Von Schukenscheuer
Fameus... dat is bepaald fameus! Laat zien:
Hy neemt plaats aan 'n tafel in 't midden van den voorgrond. De Boerevrouw komt uit haar huisje.
Drie snippen, twee patryzen en een hoen...
Twee hazen...
Boerevrouw
Wat 's er van je dienst, m'nheer?
Von Schukenscheuer
...of drie patryzen en zes hazen... dat
Klinkt beter nog... bepaald! Als ik maar wist
Hoe ik de zaak behoorlyk in zou kleden?
Het is fameus!
Boerevrouw
Wat zal m'nheer gebruiken?
Von Schukenscheuer
...vyf snippen...
Boerevrouw
Gerstebier of zure melk?
Von Schukenscheuer
...tien hazen maken meer effekt...
Boerevrouw
M'nheer,
't Is hier 'n herreberg, en ik betaal
Patent en huur niet graag voor niemendal!
Von Schukenscheuer
Ah zo... een glas cognac!
| |
[pagina 54]
| |
Boerevrouw haalt de schouders op, en treedt blykbaar onvergenoegd haar huisjen in. Miralde vertoont zich op den achtergrond.
Von Schukenscheuer
Twee herten dus,
En zeven hoenders... hei, Miralde, 'n ogenblik!
Vorigen in 't prieel. Von Schukenscheuer, Miralde, in jachtkostuum. Later Groom van den Jonker.
Von Schukenscheuer
Je bent nogal geleerd, nietwaar? Ziehier.
En lees eens, of dat goed is voor een krant?
Miralde,
lezende
‘Z'n Majesteit heeft op de jacht vandaag
Geschoten...’
Hè? de Koning heeft geen schot
Gedaan.
Von Schukenscheuer
Dat 's juist de zaak! 't Is een fameus
Idee, dat my vanmorgen in den zin kwam.
Er is een vacature by domeinen,
En ik solliciteer al sedert lang.
Maar altyd is het voor de vrindjes, en
De neefjes met protektie, en de vleiers.
En daarom... kyk, m'n knecht staat ginds gereed,
En 'k wil hem zenden naar de drukkery
Van 't advertentieblad: een hofbericht!
Als dan z'n Majesteit verneemt dat ik
Zo vlug ben by de hand geweest... fameus!
Miralde
Begrepen!
Von Schukenscheuer
Ja, maar 't gaat zo maklyk niet:
Dat redigeren is een lastig werk! Ik wou
Je vragen of m'n styl...
Miralde,
hem 't papier willende teruggeven
O, onverbeterlyk!
Von Schukenscheuer,
Miralde terughoudende, die gaan wil
En nog iets! Er moet blyken wie...
| |
[pagina 55]
| |
Miralde
Geraden heeft
Wat straks de Koning schieten zal, nietwaar?
Von Schukenscheuer
Precies! Dat is 't! Bepaald! Fameus... auf Ehre!
Wat raad je my, Miralde?
Miralde,
als peinzend het papier inziende
By domeinen?
De vacature is by domeinen, zeg je?
Von Schukenscheuer
Ja.
Miralde,
hem 't papier teruggevende
Wel... schryf dan hazen en patryzen met 'n s,
Dat helpt je wis en zeker aan domeinen!
Miralde af.
Von Schukenscheuer,
schryvende
Tien herten, één patrys, zes snippen en
Een haas, H.a.a... s! Hei... pst... kom hier!
Groom binnen.
Ry ventre à terre naar de drukkery,
En zeg dat ze vooral die s niet in
Een z verandren. 't Fyne zit 'm juist
In de s. H.a.a...s! Die s van ‘haas’
En van ‘patrys’ ben ik. Maak dat je wegkomt,
En breng me hier rapport, versta je? Voort!
Groom af.
't Is een fameus idee... bepaald fameus!
Von Schukenscheuer af.
Vorigen in 't prieel. Allen bersten in lachen uit.
Louise
Nu, moeder, dát belooft wat voor domeinen!
Wat zeg je, Walbourg, is je hart nog vry?
Is 't niet geroerd door dát vernuft? Ha, ha,
De jonker bouwt z'n toekomst op den staart
Van een patrys... mama, mama, dat 's lachen!
Koningin-Moeder
De man is gek!
Louise
Voor u en my... misschien!
De vraag blyft, of-i gek is voor domeinen?
| |
[pagina 56]
| |
En of we met ons lachen wél doen, moeder?
Koningin-Moeder
't Is ál te zot!
Louise
Dit schynt slechts óns zo toe,
Omdat we hier 't verheven plan bespiedden.
Wy maakten kennis met het grandioos gewrocht,
Toen 't pas ter wereld kwam, en in de wieg lag...
Men moet genieën niet in luren zien!
Koningin-Moeder
't Is ál te zot!
Louise
Neen... al te treurig, moeder!
Ik weet niet of hy slagen zal, maar wél
Dat slagen dikwyls op zo'n pogen volgt.
Koningin-Moeder
De Koning...
Louise
Zou die laffe zotterny
Verachten, moeder! Onze jonker vleit
Met meer succes de vleiers van den Koning.
Er is behoefte aan kankerend bederf,
En dit kan zo'n hansworst hun leevren. O,
Ze weten even goed als gy en ik,
Dat deze knaap een zotskap is, en toch,
Of juist daarom, zal hy z'n doel bereiken:
Men heeft hem nodig voor wat schaduw. Dat
Verhoogt de tint der middelmatigheid!
Wat is Van Huisde knap, en Hesselfeld,
En graaf Van Weert... by zulk een man gezien!
Hoe... ginds en overal regeert de wet -
En 'k noem die wet een weldaad, moeder! - dat
De mens z'n brood zal eten in het zweet
Zyns aanschyns... en zo'n jonker repoussoir
Teert schaamtloos op het patrimonium
Der zotterny? Eén greintje minder dwaasheid,
En die kwajongen was onbruikbaar... zelfs
Aan 't hof! Toch wyt ik 't hém niet, hem alléén niet!
Of liever: hem vooral het méést niet, moeder!
Hen klaag ik aan, die zulk een toestand schoren,
Hen die ten schild voor eigen nietigheid,
| |
[pagina 57]
| |
Behoefte hebben aan verrotting van de rest!
Koningin-Moeder
Maar waarschuw dan den Koning. 't Is uw plicht!
Louise
Juist, moeder, 't is m'n plicht! En 'k zál het doen!
Maar sedert lang... Kom, Walbourg, lees iets voor,
Iets vrolyks... als mama het toestaat?
Koningin-Moeder
Zeker!
De Walbourg
'k Heb hier den Don Quichot...
Louise
Neen, heden niet!
Koningin-Moeder
't Is toch vanouds uw lievlingsboek, Louise.
Louise
O, zeker! Maar... vandaag te treurig, moeder!
De Walbourg is ondeugend: klinkt het niet
Als... Donna Lodovica de la Mancha?
Nu, nu, word niet verlegen, 't is maar scherts.
De Walbourg
De Jobsiade?
Louise
Goed! Van meester Jobs!
Dat 's een fameus idee... bepaald... auf Ehre!
Van Huisde en Miralde vertonen zich op den achtergrond.
Sjt... weer bezoek! Het schynt wel of het hof
Zich rendez-vous geeft by de kamperfoelie...
Koningin-Moeder
Het is Van Huisde...
De Walbourg
Met Miralde.
Louise
Ja.
Ze maken nieuwe kaarten van Europa:
Laat nu de Kabinetten vast staan... hu!
Van Huisde en Miralde komen gearmd op.
De Vorigen in 't prieel. Miralde. Van Huisde in jachtkostuum.
Miralde
Ik blyf er by, Van Weert is impossibel.
De zaak was al te duidlyk, Huisde!
| |
[pagina 58]
| |
Van Huisde
Hm!
Je noemt een woord, dat voor den diplomaat
Geen zin heeft, dan den zin die hem behaagt.
Wie je impossibel noemt, kan mooglyk worden,
Ja... gratus, gratior, gratissimus!
't Is waar, wat eenmaal vallen moet, zál vallen,
En licht komt ook de tyd, dat onze Weert...
Maar zo ver zyn we niet. Ik zeg je dan...
Ten eerste - luister goed! - quod latet, licet!
Miralde
Dat 's geen moraal!
Van Huisde
Moraal... direkt juist niet,
Maar... diplomatice gesproken...
Miralde
Indirekt?
Van Huisde
Dit kan wel wezen... indirekt alzo!
We kunnen hem vooreerst niet missen. Hy
Heeft veel verwanten in den Oosthoek, en
Beheerst de stemming in een tal distrikten.
Doch bovenal, hy is een grondbezitter
Van d' eersten rang... dát is de hoofdzaak hier!
Herziening van 't kadaster zou fataal zyn...
Waar moet het heen, als dat herzien wordt, hè?
Louise,
met gesmoorde stem
Ja, waar moet alles heen als dát herzien wordt!
Miralde
Ikzelf heb land, maar zie niet in, dat juist
Van Weert alleen die zaak verhindren zou.
En bovendien, als 't recht is...
Van Huisde
Recht, recht, recht...
Dat 's juist m'n vak, Miralde! Noem je 't recht,
Den grond van 't dierbaar vaderland te drukken
Met hoge lasten? Is dat recht?
Miralde
En als
De graaf Van Weert nu valt, zou dan 't kadaster
Terstond...
Van Huisde
Dat is een zaak van later zorg...
Zolang-i staat, blyft alles by het oude.
| |
[pagina 59]
| |
Ziedaar een zekerheid die 'k voor de kans
Van wat er volgen kán, niet ruilen wil.
Wy offren dus Van Weert niet op, Miralde!
Miralde
Het zal wel moeten, na 't gebeurde.
Van Huisde
Neen!
Miralde
De koning was als razend...
Van Huisde
Er zyn middlen!
En 'k heb reeds voor myn deel...
Miralde
Ik zie niet in,
Hoe je ongedaan kunt maken wat geschied is?
Van Huisde
Hm... ongedaan? Dit is nu juist hier de eis niet!
Het feit is feit, en heeft z'n plaats veroverd
In 't groot register van de werklykheid...
Het blyft in petto, en kan later dienen!
Maar niet zo onaantastbaar objektief -
Ik spreek nu van d' urgenten kant der zaak -
Is 't oogpunt waaruit men een feit beschouwt.
Miralde
Maar... als zo'n feit nu eenmaal vast staat? Hoe...
Van Huisde
Hm... vast? Doch stel eens dát het vast stond. Goed!
Dan blyft toch immer - let wel op, Miralde:
't Geldt hier een rechts-moyen van groot gewicht! -
Dan blyft ons immer nog... de interpretatie!
Miralde
De zaak was al te duidlyk! Hesselfeld...
Van Huisde
Heeft schyn van blyk geleverd, maar geen blyk.
't Verschil van blyk en schyn is vaak gering,
En duidlykheid een subjektief begrip.
Wat de een als duidlyk aanneemt, en gelooft,
Blyft dikwyls onbegryplyk voor een ander.
Vooral wanneer... door zeekre combinatie...
Miralde
Maar onbegryplyk was 't den Koning niet!
| |
[pagina 60]
| |
Van Huisde
Dit 's juist de vraag... de cardo quaestionis.
Wat gister helder was, of liever... scheen,
Is soms vandaag wat duister. En vooral,
Wanneer men... met beleid... ik deed het myne!
Laat ons de zaak correct beredeneren:
Wat noem je luce clarius, in strikten zin?
Je ziet dat huis, die bomen?
Miralde
Ja. Wat verder?
Van Huisde
Dat huis, die bomen, zyn je duidlyk?
Miralde
Ja.
Van Huisde
Welnu, ik schuif m'n hand u voor het oog:
Wat duidlyk scheen, is aan uw blik onttogen.
Wat zie je nu? Myn hand!
Miralde
Hoe hangt dit saam...
Van Huisde
Met onze zaak? Miralde, luister goed!
Men moet de dingen logisch onderscheiden,
En diplomatisch ziften. Met beleid
Maakt men een blyk tot schyn, en schyn tot blyk.
Het schynend blyken, blykend schynend, blykt -
Mits met beleid te werk gaand! - schyn. Neen... minder!
Het blyft niet eenmaal schyn, want - met beleid
Altoos... let op! - verandert men het blyk
In een bewys... zie, zó:
Hy strekt de hand voor Miralde's ogen uit.
van heel wat anders!
Men schuift - mits met beleid! - iets tussen 't oog
En 't voorwerp dat zo duidlyk scheen, Miralde...
En dit heb ik gedaan! Het zal gelukken,
Mits slechts Van Weert - hy is wat raide - niet
Door overdreven... hoe zal ik dat noemen?
Ge zyt met hem bevriend... zeg gy hem... dat...
Miralde en van Huisde af.
| |
[pagina 61]
| |
Vorigen in 't prieel.
Louise
Men moet die zaken... logisch onderscheiden,
En... diplomatisch tussenschuivend ziften!
Welnu, mama, wat zegt ge? Ha, ha, ha,
Dat is nog mooier dan patrys met s!
Koningin-Moeder
We kunnen onze Jobsiade missen!
Louise
Volkomen!
Koningin-Moeder
En Van Weert onmogelyk?
Wat of er weer gebeurd is?
Louise
Och... een motie,
Of zo-iets! Wat gekibbel, kinderspel!
Een nieuwe goocheltoer met blyk en schyn,
Een logisch onderscheidend hofkabaaltje,
Een werelddeel-beroerend niemendal,
Wantrouwend votum, of een haas met s!
't Is alles één! Komiek en treurig, moeder!
Partyen en personen vóór de zaken!
Een turkse wip: omhoog, omlaag, omhoog...
En dat heet politiek!
Koningin-Moeder
De liberalen...
Louise
Ach, moeder, dat 's een klank die veel bedierf!
Ikzelf ben liberaal, maar juist hierom
[Mag ik m'n oordeel niet aan banden leggen.
Wat gaven ze aan het Volk dat hen gelooft?
Een onbesuisd verlangen naar iets beters,
Maar 't middel niet, dat tot het beetre leidt.
Ontkenning... zonder kennis! En voor 't mis-
bruik van den adel, misbruik zonder adel!
Verwaand gekakel tegen allen die
Regeren! Ieder weet wat nodig is,
En zou... en zou... en zou, maar niemand gunt
Aan wie geroepen is tot handlen, macht!
Men wantrouwt elk gezag. Het moet geknot,
| |
[pagina 62]
| |
Besnoeid, verdeeld, beperkt, verlamd, gesmoord...
En als 't daar stuipend neerligt in den modder,
Dan vordert men van dat gezag z'n heil:
Dit kán niet, moeder! Ik ben liberaal,
God weet het! Maar juist uit vryzinnigheid]
Veracht ik dat modern partygeknoei.
Koningin-Moeder
Men moet toch kiezen, kind!
Louise.
Dit 's niet gezegd!
Ik zoek de waarheid op een andren weg.
Wat heden liberaal heet, zal weldra -
En 'k spreek nu van de oprechten slechts, mama! -
Behoren tot den oude-pruikentyd
En wat conservatief genoemd wordt, was
Nog kort geleden, ultra-radikaal.
Het schermen met die woorden baat niet veel...
Ga naar voetnoot* [Niet hierin immers ligt de roeping van
Den wysgeer, van den staatsman, van den mens!
De vraag zy niet, wat nieuw is, en wat oud?
Niet, of een denkbeeld pas-geknipt is voor
Het lyfje van de speelpop ener clique?
Niet, of 't behagen zal aan A en B?
Of 't sluiten zal in 't lystje van Y... Z?
De vraag zy, als Pilatus' vraag, wat wáár is?
En meer nog: meent ge dat de woorden juist zyn,
Waarmee men 't goede en schone in vakjes deelt,
Als schelpen in de kast van een museum?
Neen, neen, zó ingeworteld is 't onware, dat
De naam zelfs der partyen, leugen is.
Wie zich vryzinnig noemt, en liberaal -
Omdat-i anders dwaalt dan grootpapa! -
| |
[pagina 63]
| |
Is vaak - en niet als mens alleen, maar ook
Juist in z'n zogenaamde staatsmanskunst -
Zo vastgeroest en stram, zo onvryzinnig-
bekrompen en ónliberaal... dat by
Den ramp der zaak, nog de ironie van 't woord
Haar bytend gif in de open wonde spuit,
En 't arme Volk, al dankend voor 't genot
Van 't liberaliserend hongerlyden...
Met smart doet uitzien naar de rampen van
't Behoud.
Koningin-Moeder
Welnu, 't Behoud dan!
Louise
Ha, ha, ha!
Behouden? Conserveren? Wat? Het oude?
Volstrekt niet! Ook dit woord is leugen. Nooit
Zag ik Behouders met een vygeblad
Gekleed, of... niet gekleed. Nooit met een pyl
Van visgraat, zich het dejeuner verdienen.
Ze dragen... zyden kousen, zwarten frak -
Niet eenmaal zelfs een punthoed meer! - en als
Er een Behouder opstond uit het graf,
Waarin hy sinds een eeuw zich... conserveerde,
Hy zou zich ergren aan z'n afgevallen kleinzoon
Die toch in eigen oog behoudend bleef.
Enig zwygen.
Behouden? Wat? Wat wordt behouden? Niets!
Dan eigen geld en goed, als 't mooglyk is,
En wat vooroordeel tegen nieuwigheid.
Maar... niet te veel vooroordeel! Juist genoeg
Om, met vertoon van quasi-deftigheid,
Te delen in de winst die 't nieuwe geeft.
Zaagt ge ooit Behouders tyding weigren, die
Gebracht was met den telegraaf? Of ooit,
Uit afschuw van den nieuwerwetsen stoom,
De vrouw van een conservatief aan 't spinwiel?
Behouden zy die zich Behouders noemen,
De fiere hoogheid van het voorgeslacht
Dat - heersend, onderdrukkend, als ge wilt -
| |
[pagina 64]
| |
Zich 't lot van z'n vazallen - uit belang,
Het zy zo! - aantrok? Is niet van de pest
Der middeleeuwse mensenplagery,
Alleen behouden wat nog voordeel geeft
De vruchten van den arbeid? Opgegeven,
Wat d' arbeid kon verzoeten: patronaat?
Zo is 't!
Enig zwygen.
Behouden, wat? Wat gistren was?
Een jaar terug? Een eeuw? Waar is de grens
Die oud van nieuw zou scheiden? Wat is oud?
Het bruidskleed myner moeder was eens nieuw...
Ik zou het nu niet dragen zonder spot.
De kolder van Gustaaf Adolf is oud,
En zal wel nieuw geweest zyn in z'n tyd.
Was Alexander oud, de grote? Neen.
Hy vond z'n richting heel modern, en schold
Op de ouwerwetse generalen van
Philippus. Hield het oude in Memphis op?
In Babylon of Thebe? By de pyramiden?
Dit kan niet zyn. By 't bouwen van die dingen,
Had elke dag een dag die gister was,
En elke slaaf die met de zweep tot spoed
Werd aangezet, een striem van vroeger zweepslag...
Herinn'ring aan den tyd vóór d' eersten slag.
Of wilt ge verder nog teruggaan? Hoe ver?
Tot op de steenperiode? Verder nog?
Tot in den tyd der trage mastodonten?
Moet dan de mens, om trouw te zyn aan 't oude,
Modellen zoeken in de tyden zonder mens?
Enig zwygen.
Behouden? Wie durft liegen van Behoud?
Waar is Assyrië? Waar, Rome? Waar, Carthago?
Waar, Charlemagne's reuzenryk? En waar,
De kleine hoogheid van Louis le... grand?
Weg, weg! De plaats is ingenomen door
Iets anders, dat op zyne beurt vergaat
Om andren efeméren plaats te maken.
| |
[pagina 65]
| |
Wie van Behoud spreekt, tone 'n zonnestraal
Van gister! Eén atoom dat onder 't noemen
Van 't woord slechts, niet millioenen maal
Zich huwde aan mede-atomen, echtbreuk pleegt,
En - in z'n ontrouw, ontrouw - 't nieuw verbond
Met eindloos overspel, als 't oude schendt.
Hy tone één zaak, één denkbeeld, één gedachte,
Eén indruk, één gevoel, dat is als 't was...
En zegge dan: ik ben Behouder. Eerder niet!
Enig zwygen.
Wie kan ons zeggen, wat begin is? Welke stip
Van d' evenaar kan roemen: ik heb 't eerst
De zon gezien... by my begon de dag?
Wat is beginnen? Wat is einden? Niets!
Bewegen zal altyd, wat eens bewoog.
Bewegen, voortgaan - niet vooruitgaan immer! -
Is voorwaarde en bestemming van het zyn.
Bestaan is: anders worden. Elke terts
Van een seconde draagt z'n navelmerk
Als wy. Wie 't loochent, zegge: ik had geen moeder!
Koningin-Moeder,
na enig verlegen zwygen
Dit alles is wel zeer wysgerig, kind,
Maar...
Louise
Raakt de politiek niet? O ho, ho,
Dat zou m'n vriend Van Weert bevallen, moeder!
Die heren maken van de politiek,
Een vakje apart... een privatieve jacht.
Ze spelen priestertje in den Isis-tempel,
Omhangen zich met een gewyden rok,
En pronken met een voorgewend mysterie...
Er is maar één mysterie, moeder: 't Zyn!
Dat mogen wy bespieden, bestuderen,
Dat is ons: leven, roeping, voordeel, plicht!
En wat we vonden, hoort aan allen, past
Op alles, regelt alles! Zoudt ge menen
Dat politiek beheerst wordt door een wet
Van andre soort, dan die de plooien van
Uw kleed regeert, of dezen schotel room?
| |
[pagina 66]
| |
Koningin-Moeder,
weifelend
De radikalen...
Louise
Zeker! Radikaal!
Wie zou niet wensen al 't verkeerde in goed
Te zien veranderd: radikaal! O zeker!
De landman snoeit het onkruid niet, hy rukt
Het uit, met stam en wortel: radikaal!
Maar... ook dit woord veranderde van zin:
Zy die zich radikalen noemen als
Party, de schreeuwers om verbetering
Van... weer en wind - weet ik het! - zy die eisen
Dat een Regering zorgen zal dat twee
Maal twee gelyk aan vyf zal wezen, en
Dat ieder even groot - of klein! - zal zyn...
Neen, moeder, neen! Dan kies ik graaf Van Weert!
Ook hy, de man van hoge politiek,
Van réticences en subtiliteiten,
Moog dan de werklykheid voorby zien, en
Z'n wysbegeerte zoeken in niet-weten...
De vormen van z'n dwaasheid zyn me liever.
Gebrek aan kennis heerst én hier én ginder,
Hier plomp en ruw zich openbarend, dáár
Met meer decorum. Als ik kiezen moest -
Maar, moeder, 'k hoop die keuze niet te doen! -
Dan koos ik de oude styve politiek,
Met ap- en dependentie van z'n vormen.
De domheid in 't latyn, in officieel
Kanselary-tenu, doet minder kwaad,
Dan als ze zich op straat en markt vertoont,
Het Volk daar van z'n werk houdt, en het bur-
gerrecht verovert in de huisgezinnen.
Een onbekwaam minister wordt vervangen -
Althans dit kán geschieden - wie vervangt
Het Volk, als dat bedorven is door cant?
De radikalen? 't Eerste wat ze doen -
Misschien het enige ook! - is dat ze zich
Tot apen maken van hun tegenstanders.
Ze nemen de gewraakte feilen over,
| |
[pagina 67]
| |
Vertalen frak in kiel... en praten mee!
Zo'n Kamer... raaskalt. Goed! Daar komt een club
Aan 't Volk vertellen dát de Kamer raaskalt,
En geeft, tot stichting, 't voorbeeld by de les.
De mensen die den Staat regeren, zyn -
En dit is treurig - dikwyls onbekwaam,
Doch hierin ligt geen testimonium
Van kunde, voor wie niet regeert. Ik eis
Een blyk... neen, blykén... neen, bewyzen dat
Men recht tot spreken heeft, en dat men niet
In smalen, 't arbeidschuw pretext zoekt voor
Dagdievery. La critique est aisée,
Et l'art... kritiek is zelf een kunst, en niet
De lichtste, al wordt ze druk beoefend... o!
Wie afkeurt, tone dat z'n oordeel ryp is,
Dat hy gewerkt heeft, en uit traagheid niet
Zich wydde aan 't hedendaagse modevak,
Aan 't pis-aller der luiaards: oppositie!
Ik ben aristocratisch, middeleeuws...
Koningin-Moeder
Hoe nu, Louise, gy? Nu dát 's me nieuw!
Louise
Aristocratisch, moeder... heidenmässig!
Ge schrikt er van, en Walbourg ook? Nu, hoor!
Ik ben dan middeleeuws-aristocratisch,
En vorder stamboom en kwartieren van
Den vreemdling, die in club of krant of Kamer
Z'n lans - een polsstok dikwyls! - vellen wil,
En zich daar opdringt als een ridder van
Den geest, en zonder hy te zyn, zich wy noemt!
Ik zoek den naam der combattanten in 't
Tournooiboek. En ik wil de sporen zien,
De gouden riddersporen, en ik vraag,
Ik, koningin van wapenen, waar die
Verdiend zyn? Welke hand den ridderslag
Gegeven heeft, en of die hand bevoegd was?
Ze berst in lachen uit.
Ik... koningin van wapenen! Mama,
| |
[pagina 68]
| |
't Is ál te gek... ik heb nog niets gedaan,
En ben maar schildknaap! O...
Koningin-Moeder
De hand
Die u tot ridder slaat, moet fors zyn, kind!
Louise
O, 't heeft nog tyd! Ik heb nog veel te doen!
M'n preuves zyn nog niet volkomen, maar...
Als slechts... z'n Majesteit... myn George...
Jachthoorn.
Er moet gewerkt zyn, onderzocht... toet, toet! Hoor!
Daar is de jacht weer, luister! Als wy eens
De roepstem van dien horen volgden, moeder?
Ik wou zo gaarne George zien, en... spreken!
Onder 't weggaan
En hem bedanken voor die koe, mama!
Allen af.
Von Schukenscheuer. Daarna Boerevrouw en Groom.
Von Schukenscheuer,
rondziende
Wel, dat's fameus! Hei, heidaar!
Boerevrouw
Wat belieft?
Von Schukenscheuer
M'n knecht? M'n knechtje? 'k Wou je vragen of
Je niet m'n knechtje hebt gezien?
Boerevrouw
M'nheer,
Ik ken je knechtje niet!
Von Schukenscheuer
Wel, dat 's fameus!
Ken jy m'n jockey niet, zó'n ventje... blauw
Met zilver?
Boerevrouw
Nee, al was de man van blik,
En pimpelpaars...
Von Schukenscheuer
Wel, dat 's... hy zou me toch
Hier wachten voor je kroeg... daar is-i!
Groom binnen.
Wel?
Groom
M'nheer, ze zeien aan de drukkery...
| |
[pagina 69]
| |
Von Schukenscheuer
Je hebt hun toch m'n s gewezen?
Groom
Ja.
Ze zeien dat ik juist een dag te laat kwam:
Het jachtbericht was gistren al gezet.
De Koning zal... de Koning zou... hy heeft...
De Koning schiet een wolf!
Boerevrouw,
haar huisje ingaande
En hy een bok!
Von Schukenscheuer
Wel, sacrre... saprrre... di... do... dat 's fameus!
Wel sacre... di... wat zeg je, vlegel, hè?
Wat zeg je? Gister? Wolf? Zeg, ben je mal?
Wat let me, jongen, of ik... himmelwetter!
Jou luiaard! Gister zeg je? Wolf? Te laat?
Je hebt dus weer gereden als een kreeft,
Jou... hamlark! Wie kon gister weten... dat 's
Verrrvl...oekt gemeen! Maak dat je wegkomt,
Of ik zal...
Groom af.
Von Schukenscheuer
alleen. Hy loopt driftig heen en weer.
't Is om te sacrrre... di... donner...
Domeinen naar den duivel... gistren al!
Een wolf! Dat's 'n gemmm...éne intrigue... gister!
Een wolf... ik zal ze... himmeldonnerkreuz...
Ik zal ze... 'n wolf! Het is weer voor de vrindjes,
En voor de neefjes met protektie, en de vleiers,
En de onderkruipers... sacrrre... himmelwetter!
Dat laat ik me niet doen! Ik zal ze tonen...
Een wolf! Kreuzdonnersapperment... een wolf!
Dat's een verrvl... oekt gemene streek! Ik zal...
Ik zal ze... neen! Ik zal... kreuzwetter... neen!
Ik zal... aaa... uf Ehre... neen! Ik zal... ik ga...
Auf Ehre... ja, bepaald! Een wolf! Ik ga
In de oppositie, ja bepaald... auf Ehre!
Hy loopt woedend heen, doch keert terug.
Ik ga beppp... aald, auf Eeehre... in de oppositie!
| |
[pagina 70]
| |
Weder loopt hy weg, doch keert opeens terug, en blyft als vastgenageld in den rechterhoek op den voorgrond staan. De Koning - jachtkostuum - gaat langzaam en mymerend dwars over het toneel.
Von Schukenscheuer, als voren. De Koning.
Koning
De nacht voor Donderdag, den tienden Mei...
Een, twee, drie uur!
Koning af.
Von Schukenscheuer,
alleen
Wat's dát? Wel, dat's fameus!
Daar broeit wat!
Hy staat enige ogenblikken met den vinger tegen 't voorhoofd.
Sakkerloot! De Koningin...
De Koning... graaf Van Weert... nu ben ik klaar!
Zy moet me helpen, als ik waarschuw... ja!
Dat 's een fameus idee! En lukt het niet...
Bepaald auf Ehre, dán in de oppositie!
|
|