Ik vorder van de liberalen dat ze hun als nieuw voorgedaan kleed niet bederven met zulke oude lappen, en geloof een daad van rechtvaardigheid verricht te hebben, door het wyzen op de mogelykheid dat zy die den geringen stand wensen uit te sluiten van Onderwys, inderdaad het goede beogen. (856)
Geloven de liberalen niet aan deze mogelykheid? Is hun die ouwerwetsheid een gruwel? Geven ze voor, my verkeerd verstaan te hebben - 't zou de eerste keer niet wezen! - en vatten zy myn humane beoordeling der mogelyke dryfveren van andersdenkenden op als toejuiching van die begrippen?
Ik wens het. Niets zou my aangenamer zyn dan 'n beetje kruisiging over deze kettery. Met vreugd zie ik myn veroordeling tegemoet, die ik - een konfidentie, lezer! - voorbedachtelyk uitlokte. Ik wilde de liberalen hun eigen vonnis horen uitspreken.
‘Dat wegdringen der hongerenden en dorstigen van den boom der Kennisse, van de bron des Levens is verdoemelyk.’
Ja, en zelfs... behoudend. Daarom vooral hadt gy u daaraan niet mogen schuldig maken, o liberalen, gy die beweert beter te weten, en u hoger plaats aanmatigt.
Met welk recht veroordeelt gy de geest-aristokratie van de middeleeuwen, indien gyzelf den scheidsmuur tussen ongeleerd en geleerd - godbeter't! - in stede van dien om te rukken, met gehuichelden schyn van welwillendheid slechts een weinig verplaatst? Gy, die aandringt op gelykheid voor de wet, op erkenning van mensenrechten, meent gy den geringen stand tot mensen te maken, door na uw armzalig onderricht in lezen en schryven, halt te kommanderen... als Neerlands God by 'n inktvlek? Kom aan, liberalen, wat minder huichelary als 't mogelyk is, en wat meer vryzinnigheid!
De lyfeigenschap der middeleeuwen komt ons mensonterend voor. Heren en knechten wisten niet beter. Wy beweren beter te weten, en handelen daarnaar niet. De geestverstompende methode volgens welke aan onze voorouders het Christendom gebracht werd, passen wy op onze verlichting toe, en nog altyd pronken wy met onze A-B-C-geleerdheid evenals de Winfrids en Willebrorden met hun kennis van den Hemel.
Maar... zy waagden 't leven er by!