Volledige werken. Deel 4. Een en ander over Pruisen en Nederland. Causerieën. De maatschappij tot nut van den Javaan. Ideeën, derde bundel
(1952)– Multatuli– Auteursrecht onbekend883.Het ‘gemeen’ is kwaadaardig, zegt men. Dit kan waar zyn. Is 't kwaadaardiger dan andere standen? Ik geloof het niet. Het schynt dikwyls zo, omdat de gemene man slechts zeer zelden in de gelegenheid is iets te doen blyken van wat er in hem omgaat, en alzo veel opgespaarden wrevel aan den dag legt áls hy 'n ogenblik kan uitspatten. | |
[pagina 606]
| |
aant.
Een verzenmaker verzekert ons dat litteratuur de zeden verzacht... emollit mores! De man vleide z'n gild. Nec sinit esse feros... och! Ik geloof waarachtig dat er minder moed nodig is om een nieuw soort van ploeg aan te bevelen, dan tot het voorslaan van 'n verandering van richting in moraal, in levensbeschouwing. Er blykt in zulke gevallen dat de emolliërende kracht van Plato, Cicero, Seneca, e.d. niet byzonder groot was. En van de theologie waarlyk ook niet! Ieder kent de liefelykheid van 't odium theologicum, d.i. van den haat in godgeleerde machtsverheffing. De deun waarmee de boer elke nieuwigheid terugwyst, komt gewoonlyk neer op de beschuldiging of 't vermoeden dat men 't op z'n spaarpot aanlegt: ‘de man wil ons de nieuwe machine hoog doen betalen. 't Is hem om ons kostelyk geld te doen.’ Letterlieden tasten den dissident met andere wapens aan. ‘De nieuwigheid is niet nieuw.’ Hierin hebben ze byna altyd gelyk, maar 't blyft onrechtvaardig dit tot verwyt te maken aan iemand die waarheid zoekt, en als zodanig met den stryd tussen oud en nieuw niets te maken heeft. Bovendien, het verwyt zelf is óók geen haute nouveauté! Iets boosaardiger maar even algemeen is de beschuldiging: ‘hy heeft zich verkocht aan de andere party’. Gewoonlyk kunnen de door hun schoollitteratuur zo byzonder zacht gestemde heren niet vatten dat de onafhankelyke denker een opinie heeft voor eigen rekening. Het bezit van 'n equipage gaat boven 't besef van lieden die van der jeugd af door 't hun gegeven onderwys in huurkoetsjes gezet zyn.Ga naar voetnoot* En waar byzondere beschuldigingen van die soort ontbreken, neemt men z'n toevlucht tot het algemene: ‘hy is 'n slecht mens.’ | |
[pagina 607]
| |
Maar eilieve, zó ver gaat niet eens de ongeleerde boer in zyn wraak over bewezen dienst! Zou deze alzo zachter en menselyker zyn dan de zogenaamdbeschaafde? Waarlyk niet! Men brenge als psychologische proef ook by hem yverzucht in 't spel, nydige schaamte, wrok over 't blootleggen zyner middelmatigheid... en zal terstond ontwaren dat zelfs gebrek aan Onderwys barbaren teelt, die in litterarische wildheid niets toegeven aan onderwezenen. De ginds en hier gelyk werkende oorzaak van dit alles is die kortzichtigheid, die verlamming van denkvermogen, waartoe alom de grond wordt gelegd door ongepast Onderwys, zowel als door ongepaste onthouding van Onderwys. We zouden humaner zyn als wy meer wisten... of minder. |
|