849.
Wat wachten wy van 't onderwys? Beroepshandigheid? Ook in dat geval is de thans gevolgde methode verkeerd. Het opdringen van inopportune kennis werkt niet voordeliger op handel, industrie, vakgeleerdheid, dan op de ontwikkeling als denker. Voor beroepen die geschaad worden door 't mens-zyn, behoort geen patent te worden uitgereikt. En dit komt dan ook zelden voor. Als ik me hierin vergis, zouden wy weer aanlanden by de Mecklemburgers.
Gesteld dat er afscheiding te maken valt tussen hogere en lagere eisen, dan nog beweer ik dat ontydige kennis even schadelyk werkt op 't zogenaamd lage als op 't hogere. De al te onnozel geslikte volksverhuizingen maken evenmin den schrynwerker bekwaam in zyn vak, als den denker in 't zyne. Er zal dan toch immers geen beroep zyn waarby men het gezond verstand missen kan? Of welks uitoefening door 't gezond verstand zou geschaad worden?
Ik verzoek ernstig my niet aan 't woord te houden by 't schynbaar tégenstellen van denkers en ambachtslieden. In plaats van schrynwerker, had ik even gepast den beoefenaar van enig ander beroepsvak kunnen noemen, 'n advokaat, geneesheer of staatsdienaar. De vraag komt hierop neder, of 't smoren van denklust en denkkracht voordelig werkt op de ontwikkeling van hen die men - met voorgewend praktischen zin - uitsluitend wil afgericht zien tot kostverdienen. Ik zeg neen!