717.
De kongreswoede die sedert enige jaren heerst, heeft het hare bygebracht tot uitbreiding der kwaal. Ik hoorde het ‘Internationaal Kongres ter bevordering van maatschappelyke kennis’ door 'n belgisch geleerde betitelen met den naam van Woordenkermis. Nooit heb ik juister uitdrukking gehoord, en 't komt me voor dat alle kongressen die ik sedert dien tyd bywoonde, zich beyverden deze benaming te verdienen. Met aandacht lette ik steeds op den indruk dien 't gesprokene op de hoorders maakte, en durf beweren dat het nooit een spreker gelukte enige overtuiging - in de zeldzame gevallen dat hyzelf kon geacht worden die te bezitten - in hun gemoederen over te gieten. De toejuichingen golden enige malen de elokutie, de gebaren, de wyze van voordracht, soms ook - indien de hoorders 't a priori met den spreker eens waren - den inhoud van zyn rede, maar gewoonlyk was 't applaus slechts beleefde weerklank op de uitroeptekens die de spreker zelf, met meer of min duidelyke bedoeling, voor hoesten, neussnuiten of suikerwater geplaatst had. En - erger nog - de toejuiching na 't slot, kwam me gewoonlyk voor als 'n dankbetuiging voor de notifikatie dat het ‘uit’ was, en dat men zich eindelyk eens verzetten kon, en praten mocht. Van streven naar waarheid ontdekte ik by dat alles alweer geen spoor.
Het ligt niet in m'n plan by deze gelegenheid schetsen te geven der vele soorten van sprekers die zich by zulke gelegenheden op den voorgrond stellen. Maar ik mag één soort niet voorbygaan, die in 't byzonder myn aandacht trok, en meer nog dan andere, een verderfelyken invloed uitoefent. Het zyn de ‘redders’.
Weinig lezers zullen die variëteit van waarheidbedervers kennen, en ikzelf kende haar niet onder deze benaming, voor ik by zekere vergadering toen er inderdaad iets begon te bestaan dat naar wryving van gevoelens geleek, iemand hoorde zeggen: où est X? Appelez X! Oh m'sieur, aldus ging die X-roeper tot my sprekende, voort: vous ne sauriez croire combien de congrès ont été sauvés déja par Mr X!