588.
Lafhartigheid is een der grootste bezwaren tegen vrye studie, en niet minder dan de ware poëzie, heeft wysbegeerte behoefte aan dat hoofd-element van juist denken: aan moed!
Want niet alleen tot het verkondigen van een gevonden waarheid, neen tot het vinden en erkennen zelfs, is deze moed een vereiste. By elk nieuw vooroordeel dat wy overwinnen, bevangt ons zekere schroom om door te tasten en het gevondene tot ons eigendom te maken. Het verlies van een spook schynt op zichzelf een spook, en velen onzer hadden eenmaal, als Karel XII in zyn eersten veldslag by 't horen der fluitende kogels, zekere opwekking nodig: ‘Goed! Dát zal voortaan myn muziek wezen!’