567.
We zouden namelyk nu in de tweede plaats moeten onderzoeken wat ons in het streven naar waarheid tegenhoudt, en werden tot deze verdeling genoopt door het gekozen voorbeeld van iemand, dien men naar buiten zond om te vernemen hoe de weersgesteldheid is, en dien men tegelykertyd beletten zou de zaal te verlaten. Welnu, de vooroordelen die men de kinderen inprent, zyn inderdaad zovele beletselen die hen vasthouden, en het is ydel een ernstig streven naar waarheid te verwachten van iemand die, door zulke vóóroordelen beheerst, meent dat streven te kunnen nalaten. Le désir de paraître habile, empêche souvent de le devenir, heeft Larochefoucauld gezegd, en ik geloof daarby te mogen voegen, dat niets meer de onkunde in de hand werkt, dan de mening dat men niet onkundig is. Een andere spreekwys die de Fransen bezigen om zekere zelfgenoegzame verwaandheid te schetsen, is begrepen in de woorden: Ça ne doute de rien! Juist! Aan niets twyfelen is het zekerste middel om nooit iets te weten. Wie niet vertrekt, zal niet aankomen. Wie niet streeft, zal niet bereiken. Wie niet zoekt, zal niet vinden.
Verre zy het van my, te beweren dat ook het omgekeerde waar is. Niet ieder die zich op reis begeeft, zal zyn doel bereiken. Niet elk streven wordt bekroond. Niet ieder die waarheid zoekt, zal de waarheid veroveren. Doch niets doen, niet streven, is in stryd met de gehele Natuur. Niets doen, niet bewegen, is verkrachting van ons zyn, dat uit beweging bestaat, miskenning van onze roeping, die stryd wil ter verovering van het onbekende... niet streven naar waarheid is de eigenlyke, alleen strafbare, alleen verfoeilyke zedeloosheid!