197.
Als dan zo'n meisje heel ineengefrommeld braaf is, heeft ze kans op trouwen. Heerlyke bestemming! Zy die vroeger met breikatoen - en kinderlyke onderdanigheid - de kousen stopte van papa, mag voortaan met echt vrouwelyke onderdanigheid - en breikatoen - de kousen stoppen van dien jonkman. De breikatoen wordt 's winters wol, maar de onderdanigheid blyft in alle seizoenen tot in eeuwigheid, zonder Amen.
En, ze mag meer! Ze mag de kousjes mazen der kindertjes van dien jonkman. Ook mag ze die kinderen zogen, wiegen, verzorgen, ja, ze mag sterven in 't kraambed.
Ook mag ze nu - begryp eens die vryheid! - zy die thuis naar bed moest vóór elven, zoals 'n fatsoenlyk kind betaamt, ze mag nu opblyven, den gansen nacht. Ze mag waken voor 't bedje van 't kind des jongen mans.
En meer nog. 's Morgens mag ze hem vragen of hy goed geslapen heeft. Ze mag hem 't ontbyt gereedmaken, voor hy naar z'n zaken gaat.
En als hy thuis komt, mag zy tevreden wezen met de hm!'s en de ja!'s en de zo?'s die papa overhield van 't aan de ‘zaken’ of in de Sociëteit uitgegeven kapitaal van papa's geest en gemoed.
En ze mag luisteren als papa spreekt, en zwygen als papa knort, en papa wryven met kastanje-olie als-i rheumatisch is. En ze mag, als papa met 'n paar vrinden zit te praten over al de pret die ze hadden vóór hun huwelyk, naar haar kamer gaan, om daar te peinzen over de schitterende beloning van 'r deugd.