Volledige werken. Deel 2. Minnebrieven. Over vrijen arbeid in Nederlands-Indië. Brief aan Quintillianus. Ideeën, eerste bundel
(1951)– Multatuli– Auteursrecht onbekend133.Ik had me voorgesteld heden voort te gaan met myn betoog dat de Kamer 't Volk niet vertegenwoordigt. Gy meent dat ik beter deed te zeggen dat ik daarmee zou beginnen, en ik voel de scherpte van die mening. Maar hebt ge 't niet vaak ondervonden dat men u leidde langs anderen weg dan den gewonen, en toch redelyk wel aankwam waar men wezen wou? Er zyn betogen die 't gebrek hebben van al te grote gemakkelykheid, en daardoor niet den indruk maken die dikwyls, zeer ten onrechte, 't gevolg is van ingewikkeldheid. Ik neem aan, myn stelling: dat er een zeer grote organieke fout is in de bepalingen op 't kiezen, te bewyzen in drie of vier regels. Ja, reeds heb ik dat bewys hier-en-daar gegeven in 't stuk over Vryen Arbeid. | |||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 350]
| |||||||||||||||||||||||||||||||
aant.
Als ik u bewezen had dat de Kamer 't Volk niet vertegenwoordigt - nogeens, ik kán dit doen in drie regels - zoudt ge wel genoodzaakt zyn dat aan te nemen. Maar 't ware daarby gebleven. Ik moet het u bewyzen met 'n weerhaak, op een manier die u dringt by elke verkiezing, by elk uitgeleide uwer afgevaardigden naar de station, hoofdschuddend uit te roepen: die rekening kan niet goed zyn! En zie, die rekening is niet goed. Daar kryg ik nu twee brieven uit Haarlem. Eerste brief. Amice! Gy zyt finaal geslagen. Uw afgevaardigde heeft vrouwen vertrouwd, kwam uit in de invite, instee van tegeninvite te doen, hy telt twaalf troeven, en vergeeft. Enfoncé! Kort daarop kreeg ik bezoek van de Heren Hoyle en Mingo. Na te hebben lucht gegeven aan de verwaandheid die samengaat met gemakkelyke overwinning, kwam 't beter gevoel boven, en met eenstemmige eerlykheid riepen zy: | |||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 351]
| |||||||||||||||||||||||||||||||
- Geloof me, gy moet anders kiezen. Er moet een fout wezen in uw kiesstelsel. Hoe zyt ge te werk gegaan? - Wel, toen uw uitnodiging kwam... - Hebt ge toen in omvraag gebracht wie de sterkste whister was? vroeg Hoyle. - Neen daarover zou wellicht verschil van gevoelen ontstaan zyn. Ieder had misschien gestemd voor zichzelf, of wat overeen uitkomt, ieder had de stem gekregen van z'n buurman, à titre de revanche. Wy hadden niet boekgehouden over vroeger spel, en moesten spoedig beslissen. Er is gespeeld om den voorrang... - In hoeveel partyen? - In partie liée... één robber. - En de winners van dien robber... - Wy hebben de winners afgevaardigd, helaas, en ze naar de station gebracht met veel statie... - Laat me uw aantekeningen zien van dien beslissenden avond, zei Hoyle. Ik gaf ze. - Hm... gelyke verdeling van geluk in 't kaartkrygen... aantal keren geven, gelyk... alles, alles gelyk... De goede Hoyle zocht, zocht naar de oorzaak van ons verkeerd afvaardigen, en opeens: - Dáár zit de fout, riep hy! Ik wist wel dat er iets haperde aan uw wyze van kiezen. Zie hier:
- Gy ziet dat we A en B moesten benoemen tot geachte spelers, zei ik, zy hadden den robber gewonnen. Zo was er bepaald. - Juist, zó was er bepaald. Die bepaling deugde niet. Dááraan hebt gy te wyten dat uw stryd tegen ons verloren is. Uw afge- | |||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 352]
| |||||||||||||||||||||||||||||||
vaardigden vertegenwoordigden niet uw club, niet dát bestanddeel van uw club dat door beter spel, met gelyke gegevens, meer trekken maakte dan anderen. Zy vertegenwoordigden slechts den uitslag ener geheel willekeurige, op niets degelyks berustende - en gy ziet het nu, zeer ondoelmatige en gevaarlyke - spelregeling. Ge hadt even goed kunnen zeggen: Wy zullen den blondsten afvaardigen naar Haarlem. Hoyle had gelyk. Daarop kwam m'n vriend Mingo aan de beurt. Ook hy vraagde de aantekeningen te zien, en vond:
- Gy ziet, zei Mingo, dat ge, eens besloten uw keuze te richten naar 't beste spel van dien avond, eens besloten dat spel te schatten naar den uitslag, verkeerd deedt dien uitslag te laten afhangen van de slotsom ener geheel willekeurige, op niets degelyks berustende - en gy ontwaart het nu, zeer ondoelmatige en gevaarlyke - spelregeling. Ge hadt even goed kunnen zeggen: Wy zullen den bruinsten afvaardigen naar...
Naar Den Haag. Ja, zó is het. Op weinige uitzonderingen na, zyn de leden van de Kamer gekozen naar een geheel willekeurige, op niets degelyks berustende, en - dat hebt gy nu gezien, hoop ik - zeer ondoelmatige en gevaarlyke kiesregeling. In die regeling is 'n radicale fout. In de spelen die ik aanhaalde als voorbeeld, vertegenwoordigden de gekozenen niet den club, maar den uitslag van zekeren robber. In de Tweede Kamer vertegenwoordigen de gekozenen niet | |||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 353]
| |||||||||||||||||||||||||||||||
het Nederlandse Volk, maar den uitslag van zekere, aan de zaak zelf geheel vreemde, invloeden op willekeurig afgedeelde fractiën van dat Volk. |
|