132.
Maar zolang 't gekibbel over niet-bestaande zaken nadelig in werkt op dingen die wél bestaan... zolang ik moet vrezen dat de stemmen, hoe fors ook, van mannen die zich ten doel stelden de maatschappy te verlossen van den verderfelyken invloed der zogenaamde godsdienst, niet alom worden gehoord, zólang zal ik voortgaan met het geven van 'n zweepslag hier-en-daar. Zwygen waar spreken plicht is, noem ik misdadig.
Onlangs zyn, volgens de nieuwsbladen, in Spanje twee personen veroordeeld tot de galeien ‘wegens verspreiding van den bybel’. Ik vind dat vonnis schandelyk. Laat me dit vooraf zeggen, opdat niemand het recht hebbe voor te wenden dat ik party trek voor zulke barbaarsheid.
Maar, ééns aannemende dat zo'n straf mocht worden toegepast op 't verspreiden van een boek...
Aannemende dat die straf behoort te zyn in overeenstemming met de nadelen die er uit de verspreiding en 't lezen van zo'n boek kunnen voortvloeien, en hier en daar werkelyk voortgevloeid zyn...
Dit alles aannemende, is het vonnis waarby twee personen in Spanje zyn veroordeeld tot de galeien, wegens 't colporteren van den bybel, rechtvaardig en niet te streng.
Hoe zoudt gy 't vinden, lezer, als iemand uw kind krankzinnig maakte? Zó, dat het lag te brullen als een wild beest, met schuim op den mond?
Zoudt ge dat goedvinden? Ik denk neen. Zie hier:
Den Here H. Höveker, Boekhandelaar te Amsterdam.
Wel-Edele Heer! Met warme belangstelling heb ik gelezen het by Uweledele uitgekomen stukje: Verhaal ener geestelyke opwekking, enz. te Elberfeld. Ik geloof dat de algemene verspreiding der hoogstbelangryke mededelingen, die daar-